Naar inhoud springen

Pagina:Herodotus, Muzen II (vert. v. Deventer 1893).pdf/266

Uit Wikisource
Deze pagina is proefgelezen

zouden zij de leiding der Atheners niet volgen, maar de vloot, die tot stand zou komen, ontbinden.

3. Want er was reeds aanstonds sprake van geweest, nog voor zij naar Sicilië zonden om hulp te vragen, dat men de vloot onder bevel der Atheners moest plaatsen. Doch de bondgenooten verzetten zich en de Atheners gaven toe, wijl zij de redding van Hellas hoog stelden en inzagen, als zij twistten over het opperbevel, dat Hellas te gronde zou gaan, en terecht zagen zij dat zoo in, want inwendige tweespalt is zooveel slechter dan eendrachtige oorlog, als oorlog slechter is dan vrede. Dit nu juist wisten zij en zij verzetten zich niet, doch gaven toe, zoolang zij de anderen zeer noodig hadden, zooals zij later toonden: want toen zij den Pers teruggedrongen hadden en om zijn land den strijd aangingen, namen zij Pausanias' overmoed tot voorwendsel en ontrukten het opperbevel aan de Lacedaemoniërs. Doch dat geschiedde later.

4. Toen echter, als die eindlijk te Artemisium gekomen Hellenen vele schepen bij Aphetae voor anker zagen en alles vol krijgsvolk, en daar tegen hun verwachting de toestand der barbaren anders was geworden dan zij verwacht hadden, vreesden zij en spraken over de vlucht van Artemisium verder Hellas in. Doch de Eubeërs, bemerkend dat zij daarover dachten, smeekten Eurybiades nog korten tijd te wachten, tot zij hun kinderen en huisgenooten in veiligheid hadden gebracht. Toen zij hem niet overreedden, wendden zij zich tot den bevelhebber der Atheners. Themistocles en bewogen hem voor een loon van dertig talenten, dat de Hellenen blijven zouden en bij Euboea slag leveren.

5. Themistocles deed de Hellenen op de volgende wijze stand houden: aan Eurybiades gaf hij vijftalenten