Naar inhoud springen

Pagina:Herodotus, Muzen II (vert. v. Deventer 1893).pdf/284

Uit Wikisource
Deze pagina is proefgelezen

en met de dertig best varenden streden zij te Salamis. De Egineten zijn Doriërs van Epidaurus; het eiland had vroeger den naam Oenona. Na de Egineten kwamen de Chalcidiërs en brachten de twintig schepen van Artemisium aan en de Eretriërs de zeven: dezen zijn Ioniërs. Daarna de Ceërs de zelfden aanbrengend, zijnde een Ionisch volk uit Athene. De Naxiërs brachten er vier aan; door hun burgers naar de Meden gezonden evenals de andere eilanders doch die opdracht minachtend, kwamen zij tot de Hellenen op aandrang van Democritus, een gezien man onder de burgers en toen scheepsbevelhebber; de Naxiërs zijn Ioniërs en uit Athene afkomstig. De Styriërs brachten dezelfde schepen aan als te Artemisium, de Cythniërs één en een vijftigriemer, zijnde deze beiden Dryopen. Ook de Seriphiërs en de Siphniërs en de Meliërs trokken mede: want deze alleen onder de eilanders hadden den barbaar geen aarde en water gegeven.

47. Deze allen, wonend tusschen de Thesproten en de Acheron, trokken ten strijde, want de Thesproten zijn buren van de Ampracioten en de Leucadiërs, die uit de uiterste streken optrokken. Van de daarbuiten woonachtigen waren het de Crotoniaten alleen, die met één schip Hellas in zijn nood te hulp kwamen: daarover was Phayllus bevelhebber, een man driemaal overwinnaar bij de Pythische spelen; de Crotoniaten zijn van afkomst Achaeërs.

48. De anderen nu brachten triremen aan voor den strijd, doch de Meliërs en de Siphniërs en de Seriphiërs vijftigriemers. De Meliërs, van afkomst uit Lacedaemon, brachten er twee aan, de Siphniërs en de Seriphiërs, Ioniërs uit Athene, ieder van beiden één. Het gansche aantal der schepen, behalve de vijftigriemers, bedroeg driehonderd en acht en zeventig.