armoede niet naar Salamis geweken, en bovendien meenden zij zelf alleen den zin der spreuk te begrijpen door de Pythia hun georakeld, dat de houten muur onneembaar zou zijn: en deze dan was het toevluchtsoord volgens het orakel en niet de schepen.
52. De Perzen bezetten de hoogte tegenover den burcht, dien de Atheners den heuvel van Ares noemen, en belegerden op de volgende wijze: zij wonden werk om hun pijlen, staken dat in brand en schoten naar de schutting. Toen verdedigden de belegerde Atheners zich toch, hoewel zij tot de uiterste ellende waren gekomen en het houtwerk hen begaf, en zij namen de voorslagen der Pisistratiden over een verdrag niet aan, doch zij verweerden zich en zonnen op andere middelen en zelfs dan ook, toen de barbaren tegen de poorten aanrukten, wierpen zij groote steenen op hen, zoodat Xerxes geruimen tijd in verlegenheid was, daar hij hen niet veroveren kon.
53. Ten laatste echter vertoonde zich aan de barbaren een uitweg uit hun verlegenheid, — want het moest volgens het orakel, dat gansch Attica op het vaste land in de macht der Perzen viel. Vóór den burcht nu, doch achter de poorten en den opgang, waar niemand wacht hield noch verwachtte dat ooit een mensch opklimmen zou, daar klommen enkelen naar boven bij den tempel van Aglaurus, de dochter van Cecrops, hoezeer de plaats ook steil was. Toen de Atheners hen op den burcht geklommen zagen, wierpen sommige zich langs den muur naar beneden en kwamen om, de anderen vluchtten naar het binnenste. De naar boven geklommen Perzen gingen eerst naar de poorten, openden ze en doodden de smeekelingen; toen allen neergestooten waren, plunderden zij den tempel en verbrandden den ganschen burcht.