54. Toen Xerxes Athene geheel in zijn macht had, zond hij een ruiter naar Susa als bode om aan Artabanus zijn voorspoed te melden. Den tweeden dag na het wegzenden van den heraut riep hij de Atheensche ballingen, die hem volgden, bijeen en beval hen den burcht te bestijgen en op hun wijze te offeren, hetzij dan hij dat beval om een droomgezicht, hetzij de tempelbrand hem berouwde. En de Atheensche ballingen deden het bevolene.
55. Waarom ik daarvan melding maakte, zal ik zeggen. Er is op dien burcht een tempel van Erechtheus, die uit de aarde zou geboren zijn, en daarin is een olijfboom en een zee, volgens het verhaal der Atheners door Poseidon en Athene na hun twist om het land als getuigen daar gebracht. Dien olijfboom nu overkwam het, tegelijk met den overigen tempel door de barbaren verbrand te worden. Doch op den tweeden dag na de verbranding, toen de Atheners door den koning bevolen om te offeren naar den tempel klommen, zagen zij een spruit, ongeveer een el lang, die uit den tronk opgeschoten was. Dit nu verklaarden dezen.
56. De Hellenen in Salamis, toen hun bericht werd hoe het was met den burcht der Atheners, geraakten in zulk een verwarring, dat enkele der bevelhebbers niet eenmaal wachten wilden tot de behandelde zaak beslist was, doch zij wierpen zich in de schepen en trokken de zeilen op om weg te ijlen, en de achtergeblevenen van hen besloten bij den Isthmus slag te leveren. De nacht kwam en genen uit de vergadering gegaan, stegen in hun schepen.
57. Toen nu Themistocles op zijn schip gekomen was vroeg Mnesiphilus een Athener hem, wat zij besloten hadden. En vernemend van hem, dat er was vastgesteld de schepen naar den Isthmus te brengen en