Naar inhoud springen

Pagina:Herodotus, Muzen II (vert. v. Deventer 1893).pdf/296

Uit Wikisource
Deze pagina is proefgelezen

73. Den Peloponnesus bewonen zeven volkeren: twee daarvan zijn oorspronklijke bewoners en leven nu en vroeger op dezelfde plaats: de Arcadiërs en de Cynuriërs; één volk, het Achaeïsche is wel niet den Peloponnesus uitgeweken, maar toch uit zijn eigen land, en bewoont een vreemd. De overige volkeren der zeven zijn van buiten gekomen: de Doriërs en de Aetoliërs en de Dryopen en de Lemniërs; de Doriërs nu hebben vele en belangrijke steden; de Aetoliërs Elis alleen, de Dryopen Hermion en Asine bij het Laconische Cardamyle gelegen; tot de Lemniërs behooren alle Paroreaten. De Cynuriërs zijn oorspronklijke bewoners en zij alleen schijnen Ioniërs te wezen, doch door de heerschappij van de Argiven en door den tijd zijn zij Doriërs geworden, zijnde Orneaten[1] en omwoners. Van deze zeven volken hadden de overige staten, uitgenomen die ik noemde, zich buiten het verbond gehouden; als ik meer vrij spreken mag: zij stonden buiten het verbond en waren Medisch-gezind.

74. Die bij den Isthmus dan kampten met zulk een nood, daar zij om hun gansche lot streden en niet verwachtten met hun schepen te zullen uitmunten; doch die in Salamis, hoewel zij dat hoorden, vreesden, niet zoozeer voor zichzelf beangst als voor den Peloponnesus. Een tijdlang spraken zij man naast man in stilte daarover, en verwonderden zich over de dwaasheid van Eurybiades, doch eindelijk brak het openlijk los. En er werd dan een vergadering belegd, en veel sprak men over dezelfde zaken, en de eenen zeiden, dat men zeker

  1. Eigenlijk: bewoners van Orneae, doch hier gelijk van beteekenis met omwoners. De plaats schijnt echter niet onbedorven te zijn.