Naar inhoud springen

Pagina:Herodotus, Muzen II (vert. v. Deventer 1893).pdf/302

Uit Wikisource
Deze pagina is proefgelezen

86. Met hen dan ging het zoo. Doch de meeste schepen der barbaren gingen in Salamis te gronde, sommige door de Atheners vernietigd, andere door de Egineten. Want terwijl de Hellenen ordelijk streden en in hun rij, doch de barbarennoch in hun rij bleven noch iets met verstand uitrichtten, zou dat voor hen afloopen, als het dan ook ging. En toch waren en toonden zij zich veel dapperder dan bij Euboea, daar ieder zich beijverde en Xerxes vreesde, en elk meende, dat de koning hem zag.

87. Over de anderen nu kan ik niet met zekerheid verhalen, hoe ieder van de barbaren of van de Hellenen streed, doch met Artemisia ging het aldus, waardoor zij nog meer in aanzien kwam bij den koning. Want toen des konings vloot in groote verwarring was geraakt, hij die gelegenheid werd het schip van Artemisia door een Attisch schip ingehaald; en zij, vluchten kon zij niet, — want vóór haar waren andere bevriende schepen en het hare het dichtst bij de vijandelijke, daarom besloot zij het volgende te doen, welke daad haar dan ook gelukte. Want nagejaagd door het Attische schip wierp zij zich in haar vaart op een bevriend schip van Calyndiërs, waarop ook de koning der Calyndiërs Damarithymus voer. Indien zij ook reeds vroeger veete tegen hem had, toen zij nog bij den Hellespont waren, toch kan ik niet zegger, noch of zij het met opzet deed, noch of het Calyndische schip door toeval in haar weg kwam. Doch toen zij er tegen aan voer en het deed zinken, won zij door haar geslaagde list een dubbel voordeel. Want het hoofd van het Attische schip, toen hij haar op een schip van de barbaren vallen zag, hield het schip van Artemisia voor een Helleensch of een dat van de barbaren overging en de Hellenen hielp, en zich omwendend keerde hij zich tot anderen.

88. Vooreerst dan gelukte het haar zoo te ontkomen