Naar inhoud springen

Pagina:Herodotus, Muzen II (vert. v. Deventer 1893).pdf/327

Uit Wikisource
Deze pagina is proefgelezen

door orakels te kiezen, wat van beiden zij wilden: of hem als waarzegger te hebben of als bondgenoot, doch een van beiden moesten zij missen. Zij kozen hem voor hun bondgenoot. Daarom mag niemand der Thebanen daar slapen gaan.

135. Toen dan is, naar de Thebanen verhalen, een allergrootst wonder geschied. Mys immers uit Europus kwam bij zijn bezoek aan alle orakels ook in het heiligdom van den Ptoïschen Apollon. Dit heiligdom heet wel het Ptoïsche, maar is van de Thebanen, en ligt boven het Copaïsche meer onder aan een berg vlak bij de stad Acraephia. Toen nu die man. Mys genaamd, in dien tempel kwam, volgden drie burgers hem, door de stad uitgekozen, om op te schrijven, wat de god voorspellen zou. En terstond gaf de opperpriester een orakel in een barbaarsche taal. En de Thebanen, die volgden, stonden verbaasd, een barbaarsche taal in plaats van de Helleensche hoorende, en wisten niet wat zij met het geval doen moesten. Doch Mys uit Europus ontrukte hun het tafeltje dat zij droegen, en schreef daarop wat door den voorspeller gezegd was, en beweerde dat gene in de Carische taal georakeld had, en toen hij het opgeschreven had, keerde hij terug naar Thessalië.

136. Mardonius las de antwoorden der orakels, en zond daarna als bode naar Athene Alexander, zoon van Amyntas, een Macedoniër, zoowel, daar de Perzen met hem verwant waren, — want Alexanders zuster Gygaea, dochter van Amyntas, had Bubares, een Pers, tot vrouw, uit welke hem Amyntas, de Aziatische, geboren was, die den naam van zijn moeders vader had, en wien door den koning de groote Phrygische stad Alabanda gegeven was om te besturen —, als ook zond Mardonius hem, wetend, dat hij een gastvriend en weldoener van