Naar inhoud springen

Pagina:Herodotus, Muzen II (vert. v. Deventer 1893).pdf/81

Uit Wikisource
Deze pagina is proefgelezen

gemeenschappelijk orakel gegeven, deels op de Argiven zelf gericht, doch het sprak een toevoegsel voor de Milesiërs. Wat nu op de Argiven sloeg, wanneer ik in mijn verhaal daarbij gekomen ben, dan zal ik dat vermelden; doch wat de god aan de afwezige Milesiërs voorzegde, is als volgt:

Dan zult gij ook, Miletus, verzinner van heillooze daden,
Velen een feestmaal zijn en dienen als kostlijke gave.
Wasschen zullen uw vrouwen veel voeten van baardige mannen[1].
Doch te Didymoe vindt onze tempel wel andre verzorgers.

Toen dan overkwam dat den Milesiërs, toen de meeste mannen door de baardige Perzen gedood werden, doch de vrouwen en kinderen in slavernij kwamen, en het heiligdom in Didymoe met tempel en orakel geplunderd en verbrand werd. Van de schatten in dat heiligdom heb ik dikwijls elders in mijn verhaal melding gemaakt[2].

20. De levend gevangenen der Milesiërs werden vervolgens naar Susa gebracht. En koning Darius deed hen geen ander kwaad, doch liet hen wonen bij de dus geheeten Roode Zee, in de stad Ampe, langs welke de rivier de Tigris stroomt en dan in zee valt. Van het Milesische land behielden de Perzen zelf, wat om de stad ligt en de vlakte, doch de bergachtige streken gaven zij aan de Cariërs uit Pedasa in bezit.

21. Toen de Milesiërs dit van de Perzen geleden hadden, vergolden niet gelijk met gelijk de Sybariten, die, van hun stad beroofd. Laüs en Scidius bewoonden. Want na de verovering van Sybaris[3] door de Crotoniaten, schoren de Milesiërs, het gansche volk, zich het hoofd kaal en

  1. De Perzen.
  2. Zie I. 92, II. 159. V. 36.
  3. Zie V. 44, volgg.