geborene eerde en met voeden en met wasschen, niet wetend waarom zij bespied werd. Zij beschouwden nu het knaapje, dat door de moeder geëerd werd, als den oudste, en voedden het van staatswege op; en hij ontving den naam Eurysthenes, de ander echter Procles. En dezen, mannen geworden, waren, zegt men, hoewel broeders, den ganschen tijd van hun leven in vijandschap met elkander, en hun nakomelingen gaan steeds zoo door.
53. Dit nu zeggen de Lacedaemoniërs alleen onder de Hellenen. Doch het volgende schrijf ik volgens wat door de Hellenen verhaald wordt: die koningen der Doriërs[1], tot aan Perseus dan, zoon van Danaë, worden, met weglating van den god[2], juist door de Hellenen opgenoemd en met aantooning, dat zij Hellenen zijn, want toen reeds[3] werden zij tot de Hellenen gerekend. Ik zeg, tot Perseus, maar ging niet meer hooger op, daarom, omdat er voor Perseus geen naam van een vader is, zooals voor Heracles die van Amphytryo. Met goeden grond heb ik dus gezegd: tot aan Perseus juist. Doch als men van Danaë, de dochter van Acrisius, altijd naar boven de vaders opnoemt, dan zouden de aanvoerders der Doriërs in rechte afstamming Aegyptenaars zijn.
54. Dit nu is de afleiding van het geslacht volgens wat de Hellenen beweren. Doch naar het verhaal door de Perzen verhaald, was Perseus zelf een Assyriër en