Naar inhoud springen

Pagina:Herodotus, Muzen I (vert. v.Deventer 1893).pdf/142

Uit Wikisource
Deze pagina is proefgelezen

komen met hun schepen, een door de Egyptenaars aangewonnen land is en een geschenk van de rivier; en ook het land boven dat meer, tot drie dagen varens verder, waarover de priesters echter niets van dien aard zeiden, is evenzeer iets dergelijks. De aard van het Egyptische land is nu de volgende: vooreerst, indien ge er heenvaart en nog een dagreis van de kust af zijt, en het peillood vallen laat, dan zult ge slijk ophalen en op elf vademen diepte zijn; dit toont dat de ophooping van aarde tot zoover gaat.

6. Verder is de lengte van Egypte zelf langs de zee zestig schoenen, zooals wij Egypte rekenen van de plinthinetische golf tot het serbonische meer, waarbij zich de berg Casius uitstrekt: van dit punt af dan is de lengte zestig schoenen. Want zoovelen als weinig land hebben, meten hun grond met vademen; die minder arm zijn, met stadiën; die veel land hebben, met parasangen; die buitengemeen veel, met schoenen. Een parasang nu geldt dertig stadiën, en iedere schoene, een egyptische maat, zestig stadiën. En zoo zou dan de lengte van Egypte langs de zee zeshonderd en drieduizend stadiën bedragen.[1].

7. Van daar af en tot aan Heliopolis, het land in, is Egypte breed, daarbij geheel vlak, waterrijk en moerassig. De weg naar Heliopolis van de zee, stroom op, is bijna even lang als de weg die uit Athene, van het altaar der twaalf goden, naar Pisa gaat en den tempel van den olympischen Zeus. Ge zult een klein verschil vinden,

  1. Deze afstand zou ong. 90 geogr. mijlen bedragen, doch vermoedelijk heeft H. zich vergist met de herleiding van schoenen tot stadiën. De schoene had nl. niet overal in Egypte dezelfde waarde.