Naar inhoud springen

Pagina:Herodotus, Muzen I (vert. v.Deventer 1893).pdf/143

Uit Wikisource
Deze pagina is proefgelezen

als ge die wegen nagaat, zoodat zij niet gelijk van grootte zijn, doch niet meer dan vijftien stadiën; want de weg van Athene naar Pisa komt vijftien stadiën te kort om er vijftien honderd te wezen, doch de weg van de zee naar Heliopolis maakt juist dat getal vol.

8. Als men van Heliopolis opwaarts gaat is Egypte smal. Want aan de eene zijde strekt zich het arabische gebergte uit, dat van den Beer naar den middag gaat en den zuidewind, steeds naar boven loopend tot aan de dusgenoemde Roode Zee, en waarin de steengroeven liggen, die voor de pyramiden in Memphis uitgegraven zijn. Daar nu houdt het gebergte op en buigt zich naar de reeds genoemde zijde, en waar zijn lengte het grootst is, is zij, naar ik vernam, van den dageraad tot den avond een weg van twee maanden lang, en het uiteinde naar den dageraad gelegen moet wierook opbrengen. Zoo dan is dat gebergte. Aan de libysche zijde van Egypte strekt zich een ander rotsig gebergte uit, waarin de pyramiden gelegen zijn; het is zeer zandig en strekt zich uit in de zelfde richting, als het naar den middag loopende deel van het arabische gebergte. Zoodat na Heliopolis er geen breed land meer is, voor zoover het tot Egypte behoort, doch over een vaart van vier[1] dagen stroom op is Egypte smal. Tusschen de genoemde bergen is het land vlak, en waar het 't smalst is, scheen mij de afstand van het arabische tot het dusgenaamde Libysche gebergte hoogstens tweehonderd stadiën[2] te wezen. Verder op is Egypte weder breed. Zoo dan is het met dat land.

9. Van Heliopolis naar Thebae is de vaart stroom

  1. Waarschijnlijk moet hier staan veertien.
  2. d i. vijf geogr. mijlen.