Naar inhoud springen

Pagina:Herodotus, Muzen I (vert. v.Deventer 1893).pdf/144

Uit Wikisource
Deze pagina is proefgelezen

op negen dagen lang, en de weg bedraagt vierduizend en achthonderd en zestig stadiën, of een en tachtig schoenen. Brengt men de stadiën van Egypte te samen, dan is de weg langs de zee reeds vroeger door mij aangegeven, dat hij drieduizend en zestig stadiën bedraagt, doch hoe groot de afstand is het land in, van de zee tot aan Thebae, zal ik nu zeggen: want die is zesduizend en honderd en twintig stadiën. Van Thebae echter tot aan de stad Elephantine genaamd zijn er achttienhonderd stadiën[1].

10. Van dit genoemde land nu schijnt het grootste deel, zooals de priesters zeiden, ook mij zelven toe door de Egyptenaren aangewonnen te zijn. Want het land tusschen de genoemde gebergten, die boven de stad Memphis liggen, kwam mij voor eenmaal een zeeboezem geweest te zijn, evenals de streek bij Ilium en Teuthrania en Ephesus en de Maeander-vlakte, zoo men althans zulke kleine zaken met groote kan vergelijken. Want van de stroomen, welke die landstreken hebben aangespoeld, kan er geen enkele met één der monden van de Nijl, die vijfmondig is, in grootte vergeleken worden. Doch er zijn nog andere rivieren, die in grootte niet naast de Nijl komen, doch die groote werken tot stand hebben gebracht, wier namen ik noemen kan, van meer dan een, en niet het minst van de Acheloeus, die door Acarnanië heen stroomt en in zee vallend reeds de helft der Echinadische eilanden tot vast land heeft gemaakt.

11. In het Arabische land, niet ver van Egypte, is een zeeboezem, loopend van de dusgenaamde Roode Zee, zoozeer lang en smal, als ik nu zeggen ga: de lengte van den tocht is, als men begint van het diepste punt

  1. Hier is waarschijnlijk een fout ingeslopen.