die winden in 't geheel niet, en toch doet de Nijl hetzelfde. Bovendien, als de passaatwinden de oorzaak waren, dan moesten ook de andere rivieren, die tegen die winden instroomen, hetzelfde ondervinden en op de zelfde wijze als de Nijl, en met des te grooter kracht, naar mate zij kleiner zijn en dus zwakker van strooming. Doch er zijn vele rivieren in Syrië, vele ook in Libye, die niets van dien aard ondervinden gelijk de Nijl.
21. De andere is nog onverstandiger dan de genoemde verklaring, en wonderbaarlijker om te zeggen, en zij zegt dat de Nijl zoo doet wijl zij uit den Oceaan voortkomt, en de Oceaan om de gansche aarde stroomt.
22. De derde meening, die verreweg het meest aannemelijk schijnt, dwaalt het meest. Want ook zij zegt niets, bewerende dat de Nijl haar water van gesmolten sneeuw heeft; want deze rivier stroomt uit Libye door de Ethiopiërs heen, en valt dan in Egypte: hoe dan zou zij haar water van de sneeuw kunnen hebben, daar zij van warme plaatsen naar koudere stroomt? Want er zijn vele bewijzen voor een man, die in staat is over zulke zaken te oordeelen, dat zij niet door middel van de sneeuw kan stroomen. Het eerste en grootste bewijs geven de winden, welke van die streken waaien en warm zijn; het tweede, dat dat land altijd zonder regen en zonder ijs is; en na het vallen van sneeuw zal het noodzakelijker wijze binnen vijf dagen regenen, zoodat indien het er sneeuwde, er regen zou vallen in die landen; het derde bewijs geven de menschen, die zwart zijn van de zonnewarmte. En de wouwen en de zwaluwen zijn er het gansche jaar zonder weg te gaan, en de kraanvogels ontvluchten den winter, als hij in het Scythische land komt en trekken ter overwintering naar deze streken. Indien er nu ook slechts weinig sneeuw viel in het land,