weest waren, allen toovenaars waren. De rivier nu, die langs de stad stroomde, hield ook Etearchus voor de Nijl, en zoo dwingt de rede ook te gelooven. Want de Nijl stroomt uit Libye en midden door Libye heen; en, zooals ik gis uit het duidelijke tot het onbekende besluitende, komt hij van een zelfden afstand als de Ister. Want de rivier de Ister begint bij de Celten en de stad Pyrene en loopt Europa midden door snijdend. De Celten wonen buiten de zuilen van Heracles, en naast de Cynesiërs, die van alle menschen in Europa het verst naar den zonsondergang wonen. De Ister eindigt haar loop door geheel Europa, uitstroomende in de zee van den Pontus Euxinus, waar een Milesische nederzetting Istria bewoont.
34. De Ister nu, immers zij stroomt door een bewoond land, wordt door velen gekend, maar over de bronnen van de Nijl heeft niemand iets te zeggen, want onbewoond en een woestijn is het Libye, waardoor zij stroomt. Over haar loop nu, voor zoo ver mijn onderzoek maar rei-ken kon, heb ik gezegd. Zij stroomt echter uit in Egypte; Egypte nu ligt vrij wel tegenover steenachtig Cilicië. Van daar tot Sinope aan den Pontus Euxinus is een reis van vijf dagen voor een onbeladen man; Sinope nu ligt tegenover de uitmonding van de Ister in zee. Zóó dan geloof ik, dat de Nijl door Libye stroomt geheel op de zelfde wijze als de Ister door Europa. En over de Nijl moge nu zooveel gezegd zijn.
35. Ik ga nu in den breede mijn verhaal over Egypte aanvangen, daar het meer wonderbaarlijks heeft dan alle andere landen, en werken aanbiedt grooter dan men met woorden zeggen kan; daarom zal er over dat land meer gezegd worden. De Egyptenaars hebben, tegelijk met een hemel[1] die bij hen geheel afwijkend is, en een ri-
- ↑ d. i. luchtgesteldheid.