dorpen, terwijl het schaamdeel in beweging is, en niet veel kleiner dan het overige des lichaams; voorop gaat een fluitspeler, hem volgen de vrouwen Dionysus bezingend. Waarom het beeld zulk een groot schaamdeel heeft en dat alleen van het lichaam beweegt, daarover wordt een heilig verhaal verhaald.
49. Naar mij voorkomt, was Melampus[1] zoon van Amytheon, niet onbekend met dit offerfeest, doch kende het. Want Melampus is het, die bij de Hellenen den naam van Dionysus en zijn offers heeft ingevoerd en ook den optocht van den phallos. Eigenlijk gezegd heeft hij de zaak niet volledig geopenbaard, doch de wijzen, die na hem kwamen,[2] hebben ze uitvoeriger blootgelegd. Maar den phallos, die voor Dionysus wordt omgedragen, heeft Melampus ingevoerd en van hem dat leerend doen de Hellenen, wat zij doen[3]. Ik nu beweer dat Melampus, die een loos man was, en zich een waarzeggingskunst had bezorgd, èn vele andere dingen, die hij in Egypte had vernomen, bij de Hellenen heeft ingevoerd en ook de dienst van Dionysus, weinig er van wijzigend. Want ik zal niet beweren, dat door toeval, wat in Egypte voor den god gedaan wordt, met wat bij de Hellenen, samenvalt, want dan zou die dienst volgens den aard der Helleensche zeden zijn[4] en niet eerst kort geleden ingevoerd. Evenmin zal ik beweren, dat de Egyptenaars van de Hellenen dit of eenig ander gebruik hebben overgenomen. Mij schijnt het 't meest, dat Melampus