nu dragen zij het godenbeeld, dat in een kleinen houten vergulden tempel geplaatst is, naar een ander heilig gebouw. De enkelen nu, die bij het beeld achtergebleven zijn, trekken een vierwieligen wagen, waarop het tempeltje staat en het beeld in het tempeltje; de andere priesters echter, die in den voorhof staan, willen hen niet toelaten, en de mannen van de gelofte komen den god te hulp en slaan genen, die zich verweren. Dan ontstaat een heftig gevecht met knuppels, zij slaan elkaar op het hoofd en, naar ik vermoed, sterven velen ook aan hun wonden; evenwel de Egyptenaars beweren, dat niemand sterft.
Dit feest, zeggen de menschen van het land, is om de volgende reden ingesteld; in dien tempel woont de moeder van Ares; en Ares, in den vreemde opgevoed, kwam, man geworden, aan en wilde zijn moeder spreken; doch de dienaars van zijn moeder, daar zij hem vroeger niet gezien hadden, lieten hem niet toe binnen te gaan, doch hielden hem tegen; toen haalde hij mannen uit een andere stad, behandelde de dienaren ruw en ging tot zijn moeder. Daarom hebben zij, naar zij beweren, voor Ares dat gevecht op het feest ingesteld.
64. En ook het gebod om zich niet met een vrouw in den tempel te vereenigen, noch ongewasschen van een vrouw den tempel in te gaan, hebben de Egyptenaars het eerst ingevoerd. Want bijna alle menschen, behalve de Egyptenaars en de Hellenen, vereenigen zich met vrouwen in den tempel, en van de vrouwen opgestaan, gaan zij ongewasschen den tempel in, meenende, dat de menschen even zoo zijn als andere dieren. Want ook de andere dieren, zeggen zij, en de vogelsoorten ziet men paren in de tempels der goden en de heilige gronden. Als dit nu den goden niet gevallig was, dan zouden ook de dieren het niet doen.