Naar inhoud springen

Pagina:Herodotus, Muzen I (vert. v.Deventer 1893).pdf/198

Uit Wikisource
Deze pagina is proefgelezen

besnijden. De Phoeniciërs en de Syriërs in Palestina geven ook zelf toe het van de Egyptenaars geleerd te hebben; doch de Syriërs, die bij de Thermodon[1] en de rivier de Parthenius, en hun buren de Macronen, beweren het kort geleden van de Colchiërs geleerd te hebben. Want dezen zijn de eenigen der menschen, die zich besnijden, en klaarblijkelijk doen zij het den Egyptenaars na. Doch van de Egyptenaars en de Ethiopiërs kan ik niet zeggen, wie van beiden het van de anderen geleerd hebben; want het is zeker iets zeer ouds. Dat de Pheniciërs het door aanraking met de Egyptenaars geleerd hebben, daardoor heb ik dit groote bewijs. Zoo velen der Phoeniciërs met Hellas verkeeren, volgen de Egyptenaars niet meer na in de schaamdeelen, doch zij besnijden de schaamdeelen van hun kinderen niet.

105. Welaan, laat ik nu ook iets anders zeggen over de Colchiërs, waarin zij met de Egyptenaars overeen komen. Zij alleen en de Egyptenaars maken het linnen op de zelfde wijze, en in heel hun leefwijze en in taal gelijken zij veel op elkander. Doch het Colchische linnen wordt door de Hellenen het Sardonische genoemd; wat uit Egypte komt, heet echter het Egyptische.

106. De zuilen, die Sesostris, de koning van Egypte, in de landen oprichtte, bestaan klaarblijkelijk grootendeels niet meer; doch in het Syrische Palestina zag ik er zelf nog en daarop de genoemde opschriften en de schaamdeelen van een vrouw. Er zijn ook in Ionië twee beeltenissen van dien man in rotsen ingehouwen, daar, waar men uit Ephesië naar Phocaea en waar men van Sardes naar Smyrna gaat. Op beide plaatsen is een man in de rots

  1. Een rivier in Klein-Azië.