graven op, daar een orakel hem tegenhield, zeggende, dat hij slechts voor den barbaar werkte. Barbaren echter noemen de Egyptenaars allen, die niet met hen van dezelfde taal zijn.
159. En Necos, met het graven opgehouden, keerde zich tot krijgstochten, en er werden triremen gebouwd, deels in de noordelijke zee, deels in de arabische golf bij de Roode Zee, en de groeven van deze schepen zijn nog zichtbaar. Necos gebruikte deze als zij noodig waren, en te land trof hij met de Syriërs bij Magdolus samen en overwon hen, en na den slag veroverde hij Cadytis, dat een groote stad van Syrië was. Het gewaad, waarin hij deze zaken had verricht, dat wijdde hij aan Apollo, het zendende naar Branchidae van de Milesiërs. Hierop stierf hij, na een regeering van zestien jaren te samen, en liet de heerschappij aan zijn zoon Psammis.
160. Onder de regeering van dezen Psammis over Egypte kwamen mannen van de Eleërs aan, zich beroemende, dat zij de kampspelen te Olympia op de rechtvaardigste en schoonste wijze onder alle menschen hadden geregeld, en meenende, dat ook de Egyptenaars, de meest wijzen der menschen, niets rechtvaardigers dan dat uitgedacht hadden. Toen de Eleërs in Egypte gekomen waren en zeiden, waarom zij waren gekomen, toen riep deze koning die der Egyptenaars bijeen, die de meest wijzen heetten te zijn. En de Egyptenaars, bijeengekomen, ondervroegen de Eleërs, welke alles zeiden, wat zij moesten doen bij het kampspel, en toen zij dat alles hadden uitgelegd, zeiden zij te komen om te vernemen, of de Egyptenaars wat rechtvaardigers dan dat konden uitdenken. En dezen beraadslaagden en vroegen de Eleërs, of hun eigen burgers aan den kamp deelnamen. En zij zeiden, dat het een ieder èn van hun eigen stad èn van de andere Hellenen vrij stond mede te kampen.