— 27 —
Slavische stammen. De andere volkeren, zooals wij, Germanen, vallen daartusschen.—Wij kennen dus, zonder voorafgaande studie, ongeveer 1000 Esperantische stamwoorden.
Die woorden worden natuurlijk onder Esperantischen vorm voorgesteld en zulks is noodzakelijk om de nieuwe taal gelijkvormig en derhalve eenvoudig te maken.
In het Esperanto eindigen al de zelfst. naamw. op o, zoo heeft men:
vinger | in 't Esperanto | fingro |
jaar | » | jaro |
straat | » | strato |
Al de bijvoegelijke woorden eindigen op a, zoo heeft men:
blind | in 't Esperanto | blinda |
lam | » | lama |
warm | » | varma. |
Al de werkwoorden eindigen in den noemvorm op i, aldus:
danken | in 't Esperanto | danki |
kosten | » | kosti |
bakken | » | baki. |
De vervoeging der werkwoorden, die in alle talen zoo moeilijk is, levert hier ook geen last op. Al de werkwoorden, zonder uitneming, worden regelmatig vervoegd en voor elken tijd bestaat slechts één vorm voor al de personen; alzoo heeft men:
Onbep. wijze: | Beminnen | -Ami. |
Teg. tijd | Ik bemin | -Mi amas. |
Gij bemint | -Vi » |