Pagina:Jacob Daalder-Vogelkiekjes (1910).pdf/117

Uit Wikisource
Deze pagina is gevalideerd

109

De kwartel legt veel later in het jaar eieren dan de meeste andere vogels. Het kreupelrijmpje:

 „In de maand van Mei
 Leggen alle vogels een ei,
 Behalve de kwartel en de spriet,
 Die leggen in de Meimaand niet,
 Maar in de hooibejouw
 En dan krijgen ze berouw".


zegt het ons. Het berouw ziet daarop, dat menig nest in den hooitijd door des maaiers zeis verloren gaat. De 12 à 16 eieren zijn mooi glanzig, lichtbruin van kleur en bedekt met donkerbruine stippen en vlekken. De jonge kwarteltjes groeien snel, wat met het oog op het reeds spoedige vertrek naar de winterkwartieren, goed te pas komt. Want de kwartel, die pas in Mei in deze streken komt, gaat in September reeds weder naar het Zuiden van Europa, waar talrijke exemplaren gevangen worden.

Ook bij ons worden wel kwartels gevangen, door bij korenvelden netten uit te spannen. Met een zoogenaamd kwartelbeentje wordt het geluid van de wijfjes nagebootst. De mannetjes worden hierdoor gelokt en vliegen in het net, zoodat ze levend gevangen worden.

Het gezegde „doof als een kwartel" is overal bekend. Toch is de kwartel niet hardhoorend. In den broedtijd evenwel verkeert het wijfje in een staat van verdooving, en blijft meermalen op het nest, wanneer men er bij postvat. En daar zal het spreekwoordelijk geworden gezegde wel vandaan komen.