Pagina:Jacob Daalder-Vogelkiekjes (1910).pdf/118

Uit Wikisource
Deze pagina is gevalideerd

110

 

XXXIII.


Nachtegalen??


Ja zeker, we hebben verschillende nachtegalen in ons land, echte en bastaarden. De laatste zijn evenwel geen kruislingen, maar afzonderlijke soorten, die eigenlijk met den echten Nachtegaal weinig of niets te maken hebben. De Nachtegaal, de Bastaardnachtegaal en de Nachtegaalrietzanger zijn alle drie zangvogels, doch ze toonen zooveel verschil in kleuren, levenswijzen en vormen, dat men moeilijk kan snappen, hoe ze zoo alle drie met het woord Nachtegaal worden aangeduid.

De echte Nachtegaal, de Aëdon luscinia luscinia (L.), de koning der zangvogels, zooveel bezongen, het eenvoudige grijs gekleurde vogeltje, dat ons des avonds en des nachts zijne smeltende strophen aanbiedt, dit lieve diertje begroeten we elk voorjaar in April gaarne als blijden lentebode. Waar we zijn nestje vinden, zullen we het bewonderen met eerbied, verschuldigd aan den koninklijken zanger, en we zullen het sparen en beschermen, en van majesteit- en heiligschennis zullen we de personen beschuldigen, die er de hand naar durven uitsteken. Eenvoudig, nuttig en rein is dit vogeltje, dat ons wel elk jaar in September weder verlaat, doch dat ons elk voorjaar weer zingt van geloof en van hoop en van liefde.

En nu, ik moet het eerlijk bekennen, dat ik aan den grond zit met een vraag, mij gedaan door den heer v. d. B. uit Arnhem. Deze vraagt mij, waarom de Accentor modularis (L.) toch Bastaardnachtegaal genoemd wordt,