Pagina:Jacob Daalder-Vogelkiekjes (1910).pdf/126

Uit Wikisource
Deze pagina is gevalideerd

118

eens in groot aantal, dan weer in slechts enkele exemplaren. Ook komen er jaren, dat geen enkel voorwerp zich bij ons laat zien. Naar men beweert, heeft eenmaal een paar in ons land, en wel op Vlieland, gebroed. Het broeden heeft plaats zeer vroeg in het jaar, in Februari en Maart en soms ook al in Januari. Hieraan is het toe te schrijven, dat reeds in het midden van den zomer de jongen mede rondtrekken.

In den gekruisten snavel en ook in het mooie roode kleed heeft het volksgeloof, dat dikwijls eene goddelijke aanwijzing tot nut of schade van den mensch in plant of dier ziet, een legende doen ontstaan. Het zegt ons, dat de Kruisbekvink de nagels weg wilde trekken uit het kruishout, waaraan Jezus, de Heiland, op Golgotha was vastgeklonken. De pogingen waren vruchteloos, doch de kaken werden gekromd en des Heilands bloed spatte uit over de vogels. En voortaan bleven deze eigenschappen bewaard, terwijl de Kruisbek verder harsachtige stoffen in het lichaam zou verzamelen, natuurlijk uit de naaldboomen, waardoor hij na zijn dood onvergankelijk zou zijn. Nog zegt men, dat de doode kruisbekken niet vergaan. Stellig is dit te veel gezegd, doch zeker is het, en preparateurs beweren het, dat de lijkjes niet zoo spoedig tot ontbinding overgaan, als die van andere vogels.

De voorwerpen, die onlangs ons land bezochten, behoorden bijna alle tot de gewone soort, die aangeduid wordt met den naam Kruisbek (Loxia curvirostra L.). Veel minder komt bij ons voor de Groote Kruisbek (Loxia pytyopsittacus Bortkh) terwijl de Witbandkruisbek (Loxia leucoptera bifasciata [Brehm]) als een zeer zeldzame gast