135
blauw-groene schakeeringen en een deel er van is versierd met witte vlekken.
En dan hebben we nog de zeer zeldzame soort, die wel Imbervogel genoemd wordt, de Colymbus glacialis glacialis L., met den Nederlandschen naam IJsduiker, de grootste der drie duikers. Kop, hals en alle verdere bovendeelen zijn donkerblauw met groenen weerschijn, waardoor hij een prachtige vogel is. Op rug en vleugels vindt men vele witte, bijna vierkante vlekken. Bij de keel en aan beide zijden van den hals vindt men een veld met witte vlekken, die in overlangsche rijen verdeeld zijn. De jonge Parelduiker en IJsduiker zijn moeilijk uit elkander te kennen. Bij beide zijn rug en vleugels bruin, doch de vederen hebben grijze randen.
Stellig zijn er in Nederland niet veel menschen, die de drie genoemde Zeeduikers in natura gezien hebben. Men moet daartoe gedurig bij de zee zijn, waar men nog wel meer zeldzaam voorkomende species kan aantreffen.
XLI.
Hardloopers.
Jawel, nu hoor ik het geluid weer op korten afstand! De vogel moet hier in de nabijheid zijn, dus ijverig gezocht! Maar nauwelijks zijn we aan het zoeken begonnen, of het knorrende geluid wordt weer van elders, wel twee honderd meter verder, gehoord. Maar dat kan toch wel een ander exemplaar van dezelfde soort zijn! Mis-