Pagina:Jacob Daalder-Vogelkiekjes (1910).pdf/172

Uit Wikisource
Deze pagina is gevalideerd

164

tijen zien, overal toonen ze zich de straatjongens onder de vogels. Ze durven veel. Spreeuwen en andere vogels, die aanmerkelijk grooter zijn, dan musschen, worden uit nestkastjes en andere broedplaatsen verdreven, en de brutaaltjes vinden er woning. Ze voeden zich met alles wat eetbaar is, en op de graanvelden en bij de korenbergen zijn ze dikwijls schadelijk en daarom niet welkom. Maar enorm groot is ook het aantal insecten, dat jaarlijks door deze vogels verorberd wordt.

Er zijn streken, waar men de musschen zwaar vervolgde, omdat men ze erg schadelijk vond. Zelfs werden er premies op het dooden gesteld. En later voerde men ze weer in en bevorderde men hare voortplanting, omdat men veel meer dan vroeger door allerhande insecten geplaagd werd. Zoo moet men de musschen haren gang maar laten gaan, en niet ingrijpen in het evenwicht der Natuur, waarin nog zoovele machtige werkingen den menschen onbewust zijn.

We mogen veronderstellen, dat iedereen de musschen kent, als levende in ieders nabijheid. Maar niet algemeen bekend is het stellig, dat er bij ons nog drie soorten musschen voorkomen, waarvan twee veelvuldig. De meest bekende is de Huismusch (Passer domestica domestica [L.]), die steeds kenbaar is aan het grijze kruintje. 't Is de eenige musch, die ook in de steden algemeen voorkomt. Maar bij den boer en op velden en wegen kan men dikwijls zeer groote vluchten musschen vinden, die er een beetje anders uitzien. Ze zijn kenbaar aan een klein zwart keelvlekje, aan een vaal roodbruin op den bovenkop en aan een witten dwarsband om den hals. Hiernaar heet ze Ringmusch (Passer montana montana