Pagina:Jacob Daalder-Vogelkiekjes (1910).pdf/59

Uit Wikisource
Deze pagina is gevalideerd

51

gekleurd zullen zijn, evenals de wijfjes, die steeds hetzelfde grijze kleed dragen.

Zie, de vogels komen in actie, nu een eenvoudig gekleed wijfje op de kampplaats verschijnt. De mannen doen zich op het mooist voor, en nadat ze eenigen tijd gepronkt en vechtvertooningen gemaakt hebben, vliegt het vrouwtje weer heen, gevolgd door een der mannetjes, blijkbaar het voorwerp harer keuze.

We hebben dus in de vechtplaatsen der kemphanen te zien de huwelijksmarkten, waar de mannetjes van de lijn afgevraagd worden. De schijngevechten loopen alzoo parallel aan het pronken van vele andere vogels. Lang blijft zoo'n mannetjes-kemphaan niet van de vechtplaats verwijderd. Het wijfje heeft spoedig het diepe nest tusschen het gras gereed, en wanneer de vier mooie peervormige eieren, groen met zwarte vlekjes en lijntjes, gelegd zijn, houdt het mannetje nog enkele dagen wacht, om verder het broeden en later het verzorgen der jongen aan het teere vrouwtje over te laten, dat steeds eenzelverig leeft en geen ander geluid laat hooren, dan een angstig „u-hu-hu", wanneer bij nest of jongen ongewenscht gezelschap komt.

Wanneer we het hol verlaten, zien we enkele vogels, die wel op de wijfjes-kemphanen gelijken, doch ze zijn wat hooger op de pooten, die rood zijn, en de snavel is langer, terwijl de staart vele donkere dwarsbandjes laat zien. Deze vogels laten wel gedurig geluid hooren, dat nu eens klinkt als „tu-tu-tu", dan weer meer als „tureluur", en naar dat laatste heet deze Ruiter dan ook Tureluur (Totanus totanus L.). Gedurig maken deze vogels knikkende bewegingen, vooral wanneer ze post gevat