85
meer nut doet zij door het eten van allerlei insecten. We laten ons Kauwtje, dat we dadelijk kennen aan het witachtig grijs van hals en nek, maar stil begaan, wanneer het nest komt maken op de schoorsteenen van onze huizen, op kerken en bouwvallen of in de holle boomen. Haar helder en schel ka-geluid is niet leelijk, al kenmerkt het ook den zangvogel niet. We nemen afscheid van de raafachtige vogels met den wensch, dat ze ook om hun diefachtigen aard niet al te veel vervolgd worden. Ze passen in de Natuur, en daarin moeten alle vormen zooveel mogelijk blijven voortbestaan.
XXVI.
Vogels van edelen bloede.
Hoog stonden ze in aanzien, ook in ons land, de valken, waarmede men in vroegere eeuwen ter jacht toog. Edelen en jonkvrouwen liefkoosden de jachtvalken en gaven ze dikwijls de teederste benamingen, wanneer een ridderlijk weispel gehouden werd. En van zeer hooge waarde waren de valken.
Was het de hertog van Bourgondië niet, die in 1396 voor twaalf valken honderden edellieden vrijkocht, die bij Nicopolis door Sultan Bajesdid I krijgsgevangen gemaakt waren? Wat men voor goud niet verkrijgen kon, dat wist men met een dozijn valken te bewerkstelligen.
Bij gelegenheid dat de Fransche koning Filips Angustus de stad Akka, in Syrië, belegerde, vloog op de jacht een