Pagina:Jacob Daalder-Vogelkiekjes (1910).pdf/95

Uit Wikisource
Deze pagina is gevalideerd

87

Gerard van Ockenburg, die met bijna vorstelijke macht bekleed was, deelnam aan de ridderlijke valkenjachten. Het houden van jachtvalken was evenwel aan de Geestelijkheid verboden.

De Valkenjacht is geheel in onbruik geraakt. Alleen te Valkenswaard wonen nog een paar personen, die zich bezig houden met het vangen en africhten van valken, die dan wel door Engelschen gekocht worden. En wat voor valken het zijn, die voor het doel de gewenschte zijn? Vooreerst de Slechtvalk (Falco peregrinus Tunst), die ook wel Passagier en Noordsche Valk geheeten wordt, en zich des winters nogal bij ons vertoont. 't Is de Edelvalk uit den Riddertijd, waarvan het mannetje een lengte verkrijgt van 4 d.M., terwijl het wijfje 5 c.M. langer wordt. Deze soort kenmerkt zich door bijzonder lange teenen, waarvan de middelste 5 c.M. meet, alsmede door een groote, zwarte knevelvlek. De vederkleuren zijn zeer varieerend, vooral in de eerste levensjaren. Het volwassen kostuum geeft een donkerbruin op de bovendeelen en een fraai blauwachtig grijs met donkere dwarsbandjes op borst en buik.

't Is een echte roofvogel, de Slechtvalk, die zoowel hazen en konijnen als allerhande vogels aanvalt. Deze soort, die van zoo groote beteekenis was voor de valkeniers, werd dikwijls in Noorwegen door hen gevangen.

Het Smelleken (Falco aesalon Tunst.), de kleinste der valken, was eenmaal de lievelingsvogel van Keizerin Katharina II van Rusland, die hem vooral bezigde voor het vangen van kleine vogels. Ook elders in de valkerijen werd deze soort hiervoor afgericht. In moed en volharding evenaart dan ook geen der andere soorten