Pagina:Keulemans - Vogels van de Kaap-Verdische Eilanden (1866).pdf/11

Uit Wikisource
Deze pagina is gevalideerd

— 373 —

De bek en naakte deelen aan den kop, benevens de pooten, zijn bij de ouden zwavelgeel en bij de jongeren licht citroengeel. Zeer jonge voorwerpen zijn geheel grijsachtig wit; hun dons is zacht en glanzig; de naakte deelen zijn grijsachtig geel. De iris is bij de ouden bruingeel en bij de jongen grijsbruin. Bij allen zijn de oogleden naakt en van eene helderblauwe kleur.

Dezelfde soort wordt ook op de westkust van Afrika tot Benguela gevonden en is op Prinseiland (Ilha do Principe) niet zeldzaam.

Ik vond op St.-Vincent in Januari verscheidene broeiende paren. Zij nestelen op de kale, ontoegankelijke rotsen, en het schijnt (van boven gezien), dat de jongen in geen eigenlijk nest, maar op de ruwe steenen liggen.

Deze Rots-pelikaan is niet schuw en laat zich gemakkelijk naderen. Tot verdediging gebruikt hij zijnen, van tandachtige insneden voorzienen bek, waarmede hij sterke beten kan toebrengen. De inwoners van St.-Vincent noemen hem Alcatras.


TACHYPETES AQUILA.

Deze Fregatvogel wordt langs de kusten van genoemde eilanden gevonden, ofschoon menigvuldiger op St.-Vincent, dan nabij de overige eilanden. In de baai van St.-Vincent ligt een eilandje of liever eene rots van omstreeks tweehonderd voet hoogte. Deze rots is van boven geheel wit, welke kleur veroorzaakt wordt door de uitwerpselen van de menigte watervogels, die aldaar den nacht doorbrengen en er nu en dan komen uitrusten. Tachypetes aquila is de meest algemeene soort dier watervogels, en men vindt hem doorgaans nabij dit eilandje.

De lengte van dezen vogel bedraagt bijna drie voet. De ouden hebben een helder rooden keelzak en grauwkleurige iris. Zij voeden zich met visschen, die zij aan andere watervogels ontrooven. Doorgaans vervolgen zij den Rots-pelikaan en dwingen dezen zijn buit te laten vallen, waarop zij den aldus geroofden visch behendig opvatten en meestal reeds bereiken, alvorens die in het water gevallen is.

Hunne huid en hun vleesch is zoo zacht en week, dat men hen met een licht schot fijnen hagel dooden kan. De inwoners van St.-Vincent geven aan dezen vogel den naam van Ginch of ook Gincho. Op St.-Jago wordt hij Fregatta genoemd.


PHAËTON CANDIDUS.

De aldaar, vooral nabij St.-Jago voorkomende keerkringsvogel schijnt