Pagina:Keulemans - Vogels van de Kaap-Verdische Eilanden (1866).pdf/19

Uit Wikisource
Deze pagina is gevalideerd

— 381 —

vogels van het eiland. Na den regentijd, in December, maken zij hunne nesten in boomholen, die meestal zeer diep zijn. Het wijfje legt tot vijf witte eieren.

Het is doorgaans moeilijk hunne nesten te ontdekken, daar zij vooral op die plaatsen broeien, waar de boomen het hoogst zijn en de plantengroei het weelderigst is. Ook kiezen zij voornamelijk de ontoegankelijkste wouden van het westelijke en zuidelijke gedeelte, alwaar zij in gezelschap broeien, namelijk eenige honderde paren in een en dezelfde streek, doch zelden meer dan een paar in boom.

De ouden verdedigen hun nest door bijten, en wanneer de krachten van een paar te kort schieten, worden zij door hunne, in de nabijheid zijnde, makkers bijgestaan. De inwoners, die in deze papegaaien handel drijven, halen nooit de nesten uit, doch vangen de jongen zoodra deze uitgevlogen zijn en verhalen, dat het in de nesten zoo warm is, dat men de handen zou branden, wanneer men de jongen aanvatte en dat katoen er in ontvlammen zou.

De levenswijze van dezen papegaai is opmerkenswaardig, vooral door zijne avond-exkursiën. Tegen zonsondergang ziet men talrijke troepen van alle kanten aankomen, welke zich allen naar ééne plaats begeven. Deze nachtelijke verblijfplaats is op den top van een berg, die daardoor den naam van Pico de papagayo gekregen heeft en in het midden van het eiland gelegen is. De troepen, meestal uit drie tot tien en somtijds tot dertig stuks bestaande, vliegen vrij hoog en vrij schielijk. Onder het vliegen laat de papegaai dikwijls een zacht gefluit hooren, alhoewel hij doorgaans hevig schreeuwt. Gewond of verstoord zijnde, schreeuwt hij zoo verschrikkelijk, dat men het op een half uur afstands duidelijk hooren kan: Ook verdrijft hij andere vogels uit zijne tegenwoordigheid. Er bestaat slechts één vogelsoort, die met hem in goede verstandhouding leeft, namelijk Ibis olivaceus, welke men dikwijls met de papegaaien ziet meêvliegen.

Het gebeurt dikwijls dat Milvus parasiticus, die op St.-Thomas menigvuldig voorkomt, de kusten van het zuidelijk gedeelte van Ilha do Principe bezoekt. Zoodra de papegaaien dezen roofvogel zien, wordt hij aangevallen, vervolgd, weggejaagd, of zelfs door hunne gemeenschappelijke aanvallen gedood.

De inwoners zeggen, dat de papegaaien geene roofvogels in hunne nabijheid dulden, en nooit eenige andere dieren dan roofvogels zullen aanvallen.

Deze papegaaien, met strikken gevangen, worden levend, door de inwoners, tegen een dollar, aan de vreemdelingen of blanken van het eiland