Pagina:Keulemans - Vogels van de Kaap-Verdische Eilanden (1866).pdf/32

Uit Wikisource
Deze pagina is gevalideerd

— 394 —

In het westelijke gedeelte zijn deze vogels zeer algemeen. Aldaar houden zij zich bij voorkeur in de lage struiken langs het strand op; men treft hen echter ook in de bosschen aan. Zij voeden zich met zaden, beziën en insekten en leven meestal gepaard of alleen, nooit in troepjes en zelden vindt men hen in gezelschap van andere vogels. Hun zang is fraai en zacht en heeft eenige overeenkomst met dien der kanarivogels; evenzoo hun gewoon geroep. De inwoners noemen hen Pardal.


PLOCEUS ERYTHROPS.

In sommige vlakten, vooral in maniokvelden, komen vele van deze vogels voor. De mannetjes hebben in hun prachtkleed den geheelen kop hoog steenrood, terwijl zij overigens volmaakt op de wijfjes gelijken. Sommige mannetjes krijgen hunne volmaakte kleur reeds in Mei, de meesten echter eerst in Juni en Juli.

Zij broeien vóór den regentijd, namelijk van Juni tot September, en maken hunne nesten in grasvelden, op ongeveer drie voet hoogte boven den grond. Het nest is beursvormig en doorgaans aan grashalmen of lage planten, zoo als Mimosa pudica, vastgehecht. Het bestaat uit grashalmen en is van binnen met grasbloemen of draden van banaanbast bekleed. Eieren nam ik niet waar.

De jongen hebben de kleur van het oude wijfje, en de jonge mannetjes krijgen eerst het volgende jaar langzamerhand hunne roode kleur.

Deze vogels leven in gezelschap van Symplectes princeps en Spermestes cucullata, en vormen, met deze, troepen van meer dan honderd stuks.

Hun voedsel bestaat uit graszaden en bladknoppen; ook eten zij gaarne spinnen en rupsen.

De inwoners noemen deze soort Pardal of Pardalinha.


SPERMESTES CUCULLATA.

Deze soort komt in vlakke streken en in grasvelden menigvuldig voor.

Tusschen de twee seksen is bijna geen uiterlijk verschil.

Even als bij Symplectes princeps het geval is, broeien zij het geheele jaar door. Ieder paar maakt drie broedsels en tusschen elk broedsel verloopen ongeveer zes weken.

Zij maken hunne nesten in heesters of in lage boomen, zoo als kakao, koffi, enz. Het nest wordt tusschen takjes geplaatst en is van dunne grasstengels gemaakt. Deze nesten zijn naar evenredigheid zeer groot en diep.