Pagina:Keulemans - Vogels van de Kaap-Verdische Eilanden (1866).pdf/9

Uit Wikisource
Deze pagina is gevalideerd

— 371 —

de Europeesche volkomen overeen. Vooral op St.-Nikolaas is deze vogel zeer menigvuldig, en hij wordt aldaar door de inboorlingen gegeten.

Eieren of jongen heb ik nimmer gevonden, alhoewel mij door eenige geloofwaardige inwoners verzekerd werd, dat de kwartel aldaar een standvogel is en in Oktober en later broeiende gevonden wordt.

Hij draagt den Portugeeschen naam van „Codorniz."


NUMIDA MELEAGRIS.

Het parelhoen wordt langs de steile kanten der bergen van al de bewoonde Kaapverdische eilanden gevonden. Aldaar bewoont het de ontoegankelijkste oorden en wordt om die reden weinig gejaagd, aangezien die jacht voor de inboorlingen te gevaarlijk is. Op St.-Jago zijn deze vogels algemeener en worden ook in de vlakten gevonden. De aldaar wonende Portugeezen houden hen als huisdieren. In de stad Porto-Praya zag ik ze, even als bij ons de kippen, over de straten loopen.

In den wilden staat leven zij in troepjes en verraden hunne tegenwoordigheid door hun stemgeluid, dat reeds op verren afstand hoorbaar is. Zij voeden zich met zaden en insekten, en broeien in Oktober en ook later. Gedurende het warmste gedeelte van den dag verschuilen zij zich achter steenen, of slapen in het zand waarin zij zich woelen, even als onze hoenders, zoodat slechts hunne bovendeelen zigtbaar zijn.

Zij zijn schuw en voorzichtig, vliegen zelden, doch loopen zeer snel. Wanneer zij eenig gevaar vermoeden, trachten zij zich te verbergen.

Door de inboorlingen worden zij voor eene lekkernij gehouden en voor six pence of zes vintems, ongeveer, dertig cents het stuk, verkocht. Zij zijn onder verschillende benamingen bekend, zoo als: Gallinha de Guinea, Gallo brava en Galinha da Campo.


NUMENIUS PHOEOPUS.

Deze vogel werd door mij eenige malen op St.-Vincent en ééns op St.-Jago waargenomen. Hij schijnt deze eilanden op den trek te bezoeken, aangezien hij door de inboorlingen niet benoemd en aan de meesten onbekend is.


TRINGA?

Op St.-Vincent werd ons een jong strandloopertje gezonden, dat al-