Pagina:Longinus - Over de verhevenheid.pdf/25

Uit Wikisource
Deze pagina is proefgelezen

kunst moge aanmerken, naardien sommigen meenen, dat zij, die daaromtrent eenige regelen willen voorschrijven, het spoor ten eenenmale bijster zijn. „Het verhevene, zeggen zij, is eene gave der natuur, niet de vrucht van onderwijzinge; de eenige weg, om tot hetzelve te geraken, is, dat men daartoe door de natuur gevormd zij; en het werk der natuur wordt, huns oordeels, slechter en allezins krachteloozer, wanneer de voorschriften der kunst hetzelve als in een geraamte verkeeren.” — Doch ik ben verzekerd, dat men van het tegendeel zal overtuigd worden, wanneer men in aanmerking neemt, dat de natuur, ofschoon in hartstogtelijke en verhevene redevoeringen zich zelve grootendeels ten rigtsnoer zijnde, zich nogtans niet geheel door het toeval laat besturen en alle regelen volstrektelijk verwerpt. Zij is, wel is waar, het eerste en oorspronkelijke beginsel, waaruit al het verhevene geboren wordt; doch dit neemt de geschiktheid der kunst niet weg, om ons te leeren, in hoe verre en bij welke gelegenheid wij het verhevene te bezigen hebben; dit neemt niet weg, dat zij ons in hetzelve kan oefenen, en het beste gebruik daarvan leeren maken. Gelijk schepen, zonder bestuurder, zonder genoegzamen ballast aan zich zelve overgelaten, in groot gevaar zijn van te vergaan, zoo ook is het gevaarlijk het verhevene eeniglijk