— Neen, dat geloof ik niet.
— Welnu, ik ben zeker dat gij zulk een jaargeld nooit krijgen zult.
— Dan breng ik hem naar het vondelingshuis; er is geen wet, die hem recht geven kan om in mijn huis te blijven, wanneer ik hem niet langer er in houden wil.
— Vroeger hebt gij er in toegestemd hem bij u tenemen; dat was zoo goed of gij voor altijd de zorg op u genomen hadt.
— Ik verzeker u thans, dat ik hem niet houd en al moest ik hem op straat zetten, ik zou hem wegdoen.
— Misschien zou er wel een middel zijn, om u terstond van hem te bevrijden, (na een oogenblik te hebben nagedacht) en er misschien nog iets bij te winnen ook.
— Als ge mij zoo'n middel aan de hand doet, dan schenk ik u van ganscher harte een flesch.
— Bestel de flesch en uw zaak is in orde.
— Zeker?
— Zeker.
De oude man stond van zijn stoel op en ging tegenover Barberin zitten. Zonderling, juist toen hij zich oprichtte, werd de schapevacht door een onwillekeurige beweging opgebeurd: ik meende te bespeuren, dat hij in zijn linkerarm een hond droeg.
Wat zou hij zeggen? Wat zou er gebeuren?
Ik had hem met smeekenden blik gevolgd.
— Gij wilt, niet waar, dat het kind niet langer uw brood eet; of zoo hij dat blijft doen, dat gij er dan ook voor betaald wordt?
— Juist; omdat......
— O, welke reden gij daarvoor hebt, kan mij niet schelen; ik behoef die niet te kennen; voor mij is het voldoende te weten, dat gij het kind niet langer bij u houden wilt; als dat zoo is, geef hem mij dan en ik zal verder voor hem zorgen.
— Hem aan u geven?
— Wilt gij hem niet wegdoen?
— Geeft men dan zoo'n kind weg, zoo'n mooi kind, want mooi is hij, zie maar eens.
— Ik heb hem reeds gezien.
— Rémi, kom hier!
Ik ging bevende naar de tafel.
— Wees maar niet bang, ventje, zeide de grijsaard.
— Zie hem maar eens aan, vervolgde Barberin.
— Ik zeg niet, dat hij leelijk is; want als hij leelijk was, zou ik hem niet willen hebben; met monsters houd ik mij niet op.
— Kom, als hij een monster met twee hoofden of een dwerg was..... Gij zoudt er dan niet over denken om hem naar het gesticht te zenden. Gij weet dat een monster waarde heeft en men veel