Naar inhoud springen

Pagina:Malot, Alleen op de wereld (vert. Keller 1880).pdf/319

Uit Wikisource
Deze pagina is proefgelezen

ook een makker en een vriend van mij. Maak je kompliment eens voor de moeder van je baas. Capi.

Capi ging op zijne achterpooten staan en legde zijn eenen poot op zijn hart, terwijl hij eene diepe buiging maakte. Vrouw Barberin moest er hartelijk om lachen en wischte hare tranen.

Mattia, die niet, zooals ik, door aandoening overstelpt was, gaf mij een wenk, dat ik aan onze verrassing zou denken.

Als ge 't goedvindt, gaan wij nu eens naar den tuin om den krommen pereboom te zien, waarvan ik Mattia zooveel verteld heb.

— Uw tuin kunnen wij dan ook gaan zien, want dien heb ik gelaten zooals gij hem hebt aangelegd, opdat je hem terug zoudt vinden als gij weer hier kwaamt; want dat je weerom zoudt komen heb ik altijd en tegen ieder volgehouden.

— En de peerappelen, die ik geplant heb, waren ze lekker?

— Dus heb jij me die verrassing bezorgd? Ik heb het wel gedacht; je woudt me altijd verrassen.

Nu was het oogenblik gekomen.

— En de koestal, vroeg ik, is die veel veranderd sedert Roussette heenging? die arme Roussette; die wilde ook niet gaan, evenmin als ik.

— De stal is ook dezelfde gebleven, behalve dat ik er nu mijn brandhout in berg.

Daar wij juist voor den stal waren gekomen, deed vrouw Barberin de deur open en op hetzelfde oogenblik begon onze koe, die honger had, en zeker dacht dat men haar eten kwam brengen, luid te loeien.

— Een koe! Een koe op stal! riep vrouw Barberin.

Toen konden we ons niet meer inhouden en Mattia en ik begonnen hartelijk te lachen.

Vrouw Barberin zag ons verbaasd aan, maar het was zoo iets onmogelijks dat er een koe bij haar op stal stond, dat zij, in weerwil van ons lachen, niets ervan begreep.

— 't Is een verrassing, zeide ik, een verrassing, die wij u bezorgen en die zeker wel opweegt tegen die van de peerappels.

— Eene verrassing, herhaalde zij, eene verrassing.

— Ik wou niet met leege handen bij moeder Barberin komen, die altijd zoo goed was voor haar kleinen Rémi, het verlaten kind; toen heb ik eens nagedacht wat u van 't meeste nut zou kunnen zijn, en ik meende dat eene koe, die de plaats innam van Roussette, u het liefst zou wezen. Op de beestenmarkt te Ussel hebben wij toen de koe gekocht voor het geld, dat Mattia en ik verdiend hebben.

— Och, die goeie jongen! Die lieve jongen! riep vrouw Barberin uit, terwijl ze mij opnieuw in de armen drukte.