Naar inhoud springen

Pagina:Malot, Alleen op de wereld (vert. Keller 1880).pdf/68

Uit Wikisource
Deze pagina is proefgelezen

onverstandig van hem beschouwde, want een ieder weet, dat al mogen dieren somtijds hetgeen men zegt begrijpen, zij ons toch nooit kunnen antwoorden.

Hoe groot was dus mijne verbazing toen het dier zeide, dat er geen enkel huis in onze omgeving was, maar slechts een schaapskooi, waarheen hij ons wilde geleiden.

Daar hij sprak, hoe kwam het dan dat hij pooten had?

Indien ik gedurfd had, zou ik hem zijn genaderd, om te zien hoe zijn pooten gemaakt waren, en hoewel hij in het geheel niet boosaardig scheen, had ik toch den moed daartoe niet, en mijn zak opnemende, volgde ik mijn meester zonder iets te zeggen.

— Hebt gij nu gezien, wat u zooveel schrik heeft aangejaagd? vroeg hij mij onderweg.

— Ja, maar ik weet niet wat het is; zijn er dan reuzen in dit land?

— Ja, wanneer zij op stelten loopen. Hij vertelde mij toen dat de bewoners van de Landes, om de moerassige en zandige streken te doorkruisen zonder tot aan de heupen toe door het slijk te baggeren, zich van lange stokken bedienen, die met een beugel voorzien zijn en waarop zij hun voeten bevestigen.

— Op deze wijze worden zij voor bange kinderen reuzen met zevenmijlslaarzen.




Χ.
VOOR DEN RECHTER.

Van Pau heb ik een zeer aangenamen indruk ontvangen: in deze stad waait het bijna nooit.

En daar wij haar in den winter bezochten, over dag op straat waren of op openbare pleinen onze voorstellingen gaven, kan men begrijpen, dat het verblijf daar voor mij een genot was.

Toch was dit niet de oorzaak, dat wij, in strijd met onze gewoonte, zoolang op een zelfde plaats bleven; het was eene andere, zeer overwegende reden, namelijk: de overvloedige opbrengst van onze voorstellingen.

Wij hadden gedurende den winter altijd een talrijk kinderpubliek, dat ons repertoire nooit moede scheen te zijn en nooit riep: „Is het alweer hetzelfde."

Voor het grootste gedeelte waren het engelsche kinderen: opge-