Pagina:Maria Sibylla Merian - Metamorphosis insectorum Surinamensium - Universiteitsbibliotheek Utrecht MAG AB 352 Rariora.pdf/56

Uit Wikisource
Naar navigatie springen Naar zoeken springen
Deze pagina is gevalideerd

VERANDERING DER SURINAAMSCHE INSECTEN. 15

DE XV. AFBEELDING.


DEze Water Meloenen wassen langs de aarde, gelyk in Holland de comcommeren, sy hebben een harde schelle die allenskens na binnen toe hare hardigheit verliest, het vleesch is blinkende, in de mond smelt het als suiker, is gezond en aangenaam van smaak, en is de verquikkinge der zieken. De bloeisel is klein en onaanzienlyk, geel van coleur, het zaat is rood, en als het over ryp is word het swart.

Deze vierkante Rups houd sig op deze Meloenen bladen, het voorste en achterste deel des lighaams is blauw, en het middelste is groen; sy heeft een klevende huid over de voeten als een slak; den 5. July is sy ingesponnen, ik verwachte wat zeltzaams uit deze rare Rups, maar wierd in myne hoope, wanneer ik den 10. Augusti 1700. zulk onaanzienlyk Uilken daar uit kreeg, bedroogen. Dit is myn meer gebeurt dat de schoonste en raarste Rupsen in de slechtste beesjes, en de slechtste Rupsen in de schoonste Uilen en Cappellen veranderen.


Deze Watermeloen is de Anguria Citrullus dicta B. Pin. en de Citrullus folio Colocynthidis secto femine nigro, quibusdam Anguria J. B.