Pagina:Nederlandsch kruidkundig archief.djvu/29

Uit Wikisource
Deze pagina is proefgelezen

Panicum miliaceum L. Yenloo.

Van Mej. A. Ogterop ontvingen wij evenals vorige jaren exemplaren van alles wat door haar belangrijks werd opgemerkt. Zoo mogen hier vermelding vinden:

Lepidium Draba L. Meelfabriek Middelburg,
Trifolium resupinatum L. Meelfabriek Middelburg,
Achillea nobilis L. Moergestel,
Helminthia echioides Juss. Kapelle (Zuid-B-eveland),
Chrysanthemum inodorum L. Moergestel,
Centaurea solstitialis L. Meelfabriek Middelburg,
*Verbascum orientale M.B. Moergestel,
*Alopecurus utriculatus L. Meelfabriek Middelburg.

Ook de gewone bezendingen van de Heeren Lako en Schipper ontbraken ditmaal niet.

De eerste stond eene serie planten af ter completeering der kennis aangaande de Flora van Overijssel. Ik noem hier slechts:

Lamium purpureum L. fl. albis Zwolle,
Potamogeton rufescens Schrad. Wechele,
Scirpus compressus P. Linde,
*Carex fulva Hoppe. Linde, over welke plant de Heer Goethart ons nadere inlichtingen zal verstrekken.

Triodea decumbens P.B. Staphorst,
Botrychium Lunaria Sw. Avereest.

De Heer Schipper bezocht nogmaals het eiland Eottum waardoor onze kennis der Flora van dit kleinste onzer Noordzee-eilanden weder werd vermeerderd.

De Heer Schipper heeft in het Kruidkundig Archief deze Flora zoo uitvoerig besproken, dat ik daarop niet nader behoef terug te komen. Uit andere plaatsen zond de Heer Schipper nog in:

Plantago major L. met bladrozet onder de bloemaar, uit Winschoten,
Rumex maritimus L. Schiermonnikoog,
Potamogeton obtusifolius U.K. Vriescheloo,