Naar inhoud springen

Pagina:Opregte Haarlemsche Courant 1720 Thursday ed no 004.pdf/1

Uit Wikisource
Deze pagina is proefgelezen
Oprechte Haerlemſe
No. 4.

Donderdaegſe Courant.

SICILIEN.

UYt het Schip de Barfleur in de Mouille van Meſſina den 1 December. De Admirael Bing van verſcheyde kanten berigt bekomen hebbende, dat de Malteſers tegen de Neutraliteit die ſy tuſſchen de in Oorlog zijnde Partyen behoorden geobſerveert te hebben, Capers uytgeruſt hadden, onder pretext van Spaenſſe Commiſſien te hebben, om tegen de Onderdanen van ſijn Brittanniſe Majeſteyt en ſijn Geallieerde te kruysſen; dat de Onderdanen van Malta dickwijls ſig aen Boord van de Spaenſſe Capers begaven en dat ſelfs een Caper met Malteſe Vlaggen een Spaenſſe Caper had bygeſtaen in ’t nemen van een Brittis Coopvaerdyſchip, en ’t ſelve als een Prijs te Malta opgebragt; ſoo heeft gem: Admirael Capt. Saunders met het Oorlogſchip de Draednought derwaerts geſonden, om de nodige vertogen aen de Regeering van dat Eyland tegen ſulcke Proceduren te doen, en ſatisfactie en reparatie t’eyſſchen voor ’t ongelijck en de ſchade die de Brittiſe Onderdanen geleden hebben. Capiteyn Sanders in October laetſtleden aldaer aengekomen zijnde, ſond een Memorie aen den Groot Meeſter, die nevens den Raed den Commandeur Sanſedoni en den Ridder Delaval deputeerden, om met hem te confereren: Deſe ſogten ’t gepaſſeerde t’excuſeren, als zijnde ſonder weten en kennis van de Regeering gedaen; maer alſoo Capiteyn Saunders op reparatie bleef aenhouden, conſenteerden ſy eyndelijck, dat de Regeering de Schade, die door haer Onderdanen aen die van Groot-Brittagne en andere op Brittiſe Schepen handelende, is gedaen, ſal goedmaken; en den 27 wierd een Conventie, tot het vaſtſtellen van een middel om de particuliere pretentien te verſekeren en de tijt van betaling te bepalen, door Capiteyn Saunders en de Gedeputeerde getekent, en ’s anderendaegs door den Groot Meeſter en den Raed geratificeert. Capiteyn Saunders is zedert hier te rug gekomen, medebrengende een ſeer obligeante Brief aen St. George Bing van den Groot Meeſter, die ſoo wel als de Raed d’uyterſte eerbied voor ſijn Groot-Brittanniſe Majeſteyt en een ſeer groot reſpect voor den Admirael en de Brittiſe Natie betoont.

SPANGIEN.

Madrid den 2 January. Den 29 paſſato is de Infant Don Philippe in d’ouderdom van 7 Jaren, 10 Maenden en 22 dagen overleden, zijnde den 7 Juny 1712 geboren: Den 30 wierd hy geopent en men vond de Longpijpen verſworen, en een verſwering in het Hooft. Den 31 ’s avonts ten 7 uuren wierd het Lijck gebalſemt zijnde, met groote Ceremonie na ’t Escurial gebragt, en den 1 in de Capel de Pantheon in ’t Clooſter van St. Hieronimus, zijnde, gedeſtineert tot de Begraef plaets van d’Infanten, bygeſet.

SWEDEN.

Stockholm den 7 January. Den 23 paſſato ordonneerde de Coningin aen den Graef van Cronhielm, Raed, Preſident van de Cancelary en eerſte Miniſter van ’t Hof, van in het toekomende niet meer in den Senaet en de Cancelary t’aſſiſteren, noch aen ’t Hof te verſchijnen. Men weet noch niet de reden van ſijn disgratie, alſoo haer Majeſteyt niet goedgevonden heeft ſulcks te verklaren, hebbende alleen door den Heer Barck, Secretaris van Staet, aen den Senaet laten weten, dat Sy deſe reſolutie om importante redenen had genomen. Verſcheyde van de voornaemſte van ’t Rijck nevens andere Coopluyden, hebben weer eenige 1000 Rijcksdaelders opgeſchoten, op dat de Arbeyders aen de geruineerde Bergwercken wel betaelt mochten werden. Haer Majeſteyt heeft een nieuwe Ordonnantie laten publiceren, volgens dewelcke het Brood, Bier, en andere Victuaille verkocht ſal werden. Tot Carelscroon werden gtoote preparatien gemaeckt, om veel Meel byeen te brengen, op dat de Vloot genoeg met Brood kan werden voorſien: Oock is een Engelſſe Commiſſaris beſig met alle Proviſie op te kopen, om de verwacht werdende Engelſſe Vloot te provianderen; en de Lord Carteret verſekert, dat deſelve in 16 Schepen ſal beſtaen. Ondertuſſchen wen noch met alle yver aen de Vrede met den Czaar gearbeyd, en den 2 deſes is weer een lange Conferentie daer over gehouden, waer in d’Engelſſe, Franſſe en Pruyſſiſe Miniſters, nevens 3 Sweedſe Miniſters geaſſiſteert hebben: Men wil, dat in deſe Conferentie de Tractaten met Pruyſſen t’eenemael voltooyt zijn, en dat deſelve haeſt na Berlijn tot de Ratificatie van ſijn Pruyſiſe Majeſteyt ſullen geſonden werden.

POLEN, PRUYSSEN, &c.

Warſchou den 7 January. Den 2 wierd de Seſſie van de Landboden gehouden, en ſy gingen ſijn Majeſteyts hand kuſſen: Waer na de Vorſt Chartorijnsky, Littauſe Onder-Cancelier, een Aenſpraeck, en vervolgens de Croons-Cancelier een andere tot de Vergadering deed. De Landboden van Littauwen drongen ſterck, dat de Rijcksdag na Grodno mogt getransporteert werden; maer die van Polen ſtercker in getale zijnde, verwierpen deſe Propoſitie. Veele wilden weten, wat antwoort de Emiſſaris op de Grodnoſe Rijcksdag aen den Czaar afgeſonden had, te rug gebragt, als oock wat Inſtructien ſijn Conincklijcke Majeſteyt aen den laetſt na Moscou afgeſonden Geſant heeft mede gegeven, alſoo ſulks tegen diverſe Conſtitutien was geſchied. Den 3 begeerde men eenparig, den tijt van den Rijcksdag te weten, die op 4 weken vaſtgeſtelt wierd. Men bleef op ’t bovengemelt Antwoort en d’Inſtructien aenhouden; en als de Mareſchal van de Landboden na huys ging, ontmoete hem een Officier van den Muſcoviſen Geſant Vorſt Dolhorucky, die hem een Brief van den Czaar aen den Ridderſtand overgaf[.] Deſe Brief wiert den 4, na dat men alle tot de Vergadering niet behorende Perſonen had doen vertecken, geleſen, als oock het Tractaet ’t geen tuſſchen ſijn Coninckl. Majeſteyt en ’t Weener Hof ten beſte van de Republijck en tegen diverſſe Conſtitutien ſoude gemaeckt zijn. Verſcheyde ſtelden voor, dat niemand van de Proteſtantſe Religie ſig van d’Adelijcke rechten ſoude bedienen noch eenige Ampten bekleden; maer de Seſſie eyndigde ſonder eenige reſolutie te nemen. Den 5 wiert in ’t begin van de Seſſie voorgeſlelt, geen melding van de Proteſtantſe Religie meer te maken.

SWITSERLANT.

Schafhauſen den 14 January. Te Zurich en Bern heeft men in alle Kercken de Collecte voor de Burgers van Franckfort die door de laetſte brand beſchadigt zijn, ſeer ernſtelijck gerecommandeert, en deſelve ſal toekomende Sondag gedaen werden. Ons Canton mogt haer Gedeputeerde, die een langen tijt te Weenen geweeſt is, wel te rug ontbieden, om mondelijck rapport van ſijn Negotiatie te hebben. De hoop neemt toe, dat de Tiendens en Inkomſten zedert 5 Jaren in ’t Ooſtenrijcks Ellenburgſe Opper-Ampt gearreſteert en aen de Stad Schafhauſen toebehorende, in het kort door ſijn Keyſerl. Majeſteyt gerelaxeert ſullen werden. Uyt het Doggenburgſe heeft men, dat de Vorſt van St. Gall tegen den 4 deſes 4 Gedeputeerde van de Stad Lichtenſteig na Weyl verſogt had, om haer Stads Vryheyd en de Gerechtigheden die ſy pretenderen aen den Vorſt aen te toonen, en een Vergelijck daer over te treffen: Deſe Gedeputeerde zijn aldaer geweeſt en hebben tweemael Audientie gehad; dog de Saeck is ad referendum overgenomen; egter is ’er meer hoop als ooyt, dat deſe Saeck in der minne ſal afgedaen werden. De Wervingen van Recruten voor Vranckrijck en Savoyen hebben in deſe Landen een aenvang genomen; doch men hoort niet van de Spaenſſe. In de Elſas laten de Franſſe 8000 Paerden opkopen, om haer Armee, te monteren; en men ſegt, dat in ’t Voorjaer 30000 Man in de Elſas ſullen komen. In de naburige Ooſtenrijckſe Landen hebben de Keyſerl. Wervingen goede toeloop, en eenige Recruten marcheren na Italien, alwaer de Vorſten de Winterquartieren moeſten af kopen.

Duytſlant en d’aengrenſende Rijcken.

Weenen den 10 January. Men verſekert, dat de Keyſer weer een Schrijven aen aen Ceurvorſt van de Paltz heeft laten afgaen, en hem aengemaent, dat hy op ’t ſpoedigſte de Proteſtanten ſal hebben te vrede te ſtellen, en dat ingeval iets daer uyt mocht ontſtaen, ’t gevaer en de ſchade den Ceurvorſt alleen op den hals ſouden komen. De Sweedſe Miniſter Baron Spar ſoude trachten, ſijn Keyſerl. Majeſteyt en het Miniſterie by d’aenſtaende Noordſe Vredenshandeling in faveur van ’t intereſt van het Sweedſe Rijck te disponeren, nadien hy oordeelt, de nodige meſures dienaengaende te Hanover met den Coning van Groot-Brittagne, als oock te Dresden met den Coning van Polen beraemt te hebben. Als de Hertog van Holſteyn by den Keyſer ter Audientie geadmitteert wierd, ontfing ſijn Keyſerl. Majeſteyt hem in ſijn Cabinet, een eer die men niet als aen Ceurvorſten vergunt.

Augsburg den 14 January. De Keyſer heeft, om ſijn Regimenten die in Sicilien zijn, ſpoedig we’er voltallig te maken, en den Oorlog kragtig te kunnen voortſetten, geordonneert, dat uyt al de Regimenten die in Hongaryen en de Erflanden ſtaen, 500 Man van d’oudſte Manſchap uyt yder ſouden uytgemonſtert werden, om deſelve na Sicilien te ſenden.

Coppenhage den 16 January. Giſteren waren alle preparatie tot de reys van den Coning na Fredriksburg en Cronenburg gemaeckt, oock een gedeelte van de Bagage deſen morgen vroeg voor uytgeſonden; dog ſijn Conincklijcke Majeſteyt heeft wegens het quade We’er een andere reſolutie genomen, en de voor uytgegane Bediende te rug ontboden. De Juſtitie-Raed Junge is door den Coning tot Gedeputeerde by ’t Generael Commiſſariaet van den Landſtaet, ende Cancelary-Raed Munch als Gedeputeerde by de Camer benoemt. Wijl men aen ’t Hof nog geen aenvang met de Comedien heeft gemaeckt, ſoo meent men oock, dat deſelve van de Winter niet ſullen gehouden werden.

Heydelberg den 17 January. De laetſte reſolutie van den Keyſer ten opſichte van de Religieſaken is noch niet aengekomen. De Baron van Waldeck ſal morgen na Polen vertrecken, alwaer hy ’t Gelt ’t geen men aen de Princes van Sulzbach ſchuldig is, gaet ſolliciteren.

Ceulen den 19 January. De Baron van Weſterholt, Domheer van Hildesheym, is voor eenige dagen van Munſter tot Bon te rug gekomen, na dat hy ſekere Commiſſie van wegens den Ceurvorſt van Ceulen tot Munſter afgelegt heeft. De Ceur Ceulſe Geheyme Raed en Opper-Keukenmeeſter Baron van Goedenau is voorlede Dingsdsg in ſekere Ceurvorſtelijcke Commiſſie na beneden vertrocken. Van wegens ſijn Ceurvorſtel. Doorl. ſtaet in ’t kort een Hofraed na ’t Neder-Stift Ceulen te gaen, om met de Pruysſiſe Commiſſariſſen eenige Limietſcheyding t’examineren: Hooggedachte Ceurvorſt had den Hofraed Fabri tot Aſſeſſor van ’t Keyſerl. en Rijcks Kamergericht te Wetzlar benoemt; en deſe prepareerde ſig, om ten eerſten derwaerts te reyſen en deſe aenſienlijcke plaets te gaen bekleden. Men ſchrijft van Munſter, dat in het kort een Geſant van den Biſſchop na den Haeg ſoude geſonden werden, waer toe de Heeren van Ducker en van Plettenburg in voorſlag quamen: De Standen van dat Bisdom lieten haer gene