En zie! ginder, heel, héél ver, een witte stip, langs
den kant waar het Zuiden openklaarde, reed
de witte huifwagen de reuzenboging onderdoor.
––––––––––––––––––––––––
Alzoo vertrok Pallieter, de dagen-
melker, uit het Netheland, en ging
de wijde, schoone wereld in,
lijk de vogels en de wind.