Pagina:Pallieter.pdf/84

Uit Wikisource
Deze pagina is proefgelezen

81

Het vliegtuig.

MARIEKE was gekomen!

Zij bleef er al drie dagen, en Pallieter was blij gelijk een merel in den uitkoom.

Al de zielestreeling, die het open veld hem gaf, verkreeg hij nu ook rijkelijk door haar.

Het was alsof zij de buiten was in persoon. Hij mocht tegenover haar staan, heel natuurlijk, zooals hij was tusschen de sleutelbloemen en het riet.

Zij was openhartig lijk de wind, die zijn liederen over de Nethe rolt, en zij was goed gelijk de grond, die lisch en klaver geeft.

Hij werd warm als hij haar aanzag en haar bijzijn brak zijn hart open. Het was al leven wat er aan was; als haar mond lachte, was het omdat haar hart lachte; dat vleesch was gezond en vol blijde levenskracht, als een stuk gesneden uit Aprilschen grond. 't Was sap!

Wie de natuur liefheeft móest haar geren zien.