Pagina:Print Pieter Breughel, zoo heb ik u uit uwe werken geroken.pdf/24

Uit Wikisource
Deze pagina is proefgelezen

Dan hadt ge 't geld voor missen kunnen houden. Weg zwijn!" Hij meende hem met zijnen voet weg to duwen, maar Pieter was hem voor, en gaf De Pad een stamp tegen zijn meloen, dat hij er van voorover totterde. Pieter wierd het kamerke binnengeduwd.



Het was er kalm lijk op een omgeploegd veld ,met iets beschimmeld en verduft. De gewijde kaars brandde. Het was er gestampt vol met vrouwen, die onder hun mantel paternosters prevelden om den dood tegen te houden. Op een tafeltje stond er 'ne warboel van flesschen, schotels, potten en mosselschelpen met medicijnen, pieren en veemololie. Daar straks was er ook nog brandewijn om het hart te versterken, maar de stiefvader had hem uitgedronken en dan water in de kruik gedaan. Aan het bed van de zieke en op 'nen stoel was er een mengeling van heilige dingen' medalies in was en koper, schapulieren, heilige waters, roodbezegelde beenderen en bloed van een gestigmatiseerde, om den dood tegen te houden. De blinde toovenaar uit het Bosch van de Acht Zaligheden was zeven keeren rond het huis geweest; de baardkrabberdoktoor was nog eens echelen komen zetten, en nu stond er nog binnen aan de achterspond van 't bed Gemosterde Jef, 'nen bidderbedelaar met een been, en haar op zijn ooren. Hij droeg 'nen mantel, die vol benaaid was met perkamenten heiligenprintjes; alle heiligen hingen op zijnen mantel, langs binnen en fangs buiten, voor alle dagen eene, om zeker met allen goed to staan. En was het jaar in d' helft, dan draaide hij zijnen mantel om. Gemosterde Jef was voor 4 centen zijn zelfgemaakte berijmde gebedekes komen opzeggen om den dood tegen te houden.