Pagina:RomeinscheGeschiedenissen1.pdf/17

Uit Wikisource
Deze pagina is proefgelezen


INLEIDING 11

genoeg, in het algemeen bekend te zijn met de gewigtigste gebeurtenissen van eenig land, en enkelde schitterende daaden van derzelver bewooners in het geheugen te hebben, om dat gebruik te maaken van de geschiedenis, waardoor dezelve het gebrek aan eigene ondervinding aanvullen, en ten spiegel van het burgerlijk gedrag voor Overheden en ingezetenen strekken moet; daar toe dient men bekend te zijn met den geheelen aart en bijzondere deelen des staatsbestuurs, met de naaste en meer verwijderde oorzaaken der staatsomwentelingen, met de gevolgen, welken zich dikwijls eeuwen laater beter en vrijer laten beoordeelen, dan wanneer zijn voorvallen, en meestal door eenen valschen luister verblinden.

Ook van dezen kant prijst zich de Romeinsche geschiedenis boven alle anderen aan, wijl zij alle soorten van staatsbestuur opgeeft, en derzelver uitwerkzelen, geduurende verscheidene eeuwen, voordraagt; wijl zij de bronnen der menigvuldige omwentelingen in het regeeringsgestel juister, dan eenige andere oude geschiedenis, aanwijst, en boven alle anderen het geluk gehad heeft, van zich