Pagina:RomeinscheGeschiedenissen1.pdf/289

Uit Wikisource
Deze pagina is proefgelezen


237GESCHIEDENISSEN.

I.
BOEK
IV.
HOOFDST.
Ancus voords in handen, terwijl hij zich overal op denzelfden voet van Romulus van zijne veroveringen bediende. Drie jaaren naderhand genoodzaakt zijnde, Ficana te hernemen, daar de vijand weder in het zelve genesteld had, verdelgde hij het te vuur en te zwaard, ziende dat zijne voorige behandeling meer menschlievend, dan voorzichtig, geweest was.

Geheele
overwin-
ning der
Latynen.
Eindlijk kwam het tusschen de Latynen en Romeinen tweemaal tot een hoofdtreffen, waarin de laatsten eene volkomene overwinning over de eersten behaalden. De Koning keerde zegevierend naar Rome weder, en liet slechts eenige troepen onder het bevel van Tarquinius (van wien wij welhaast nader hooren zullen) agter, om de stroopende benden der Latynen verder alle vijandlijkheden te beletten.(1)

De Fideners, Vejers en Volscers gevoelden, op geene minder nadruklijke wijze, dat zij met geenen lafhartigen of onbekwaamen krijgsman te doen hadden.

Inneming
van Fi-
denae.
Geduurende den Latynschen krijg, wa-

(1) Dion. hal. L. III. p. 178, 179.