Pagina:Roomsche Jeugd vol 003 no 025.pdf/1

Uit Wikisource
Deze pagina is proefgelezen
3e JAARGANG
No. 25
22 Juni 1913



Het auteursrecht op den inhoud van dit Blad wordt verzekerd volgens de wet van 28 Juni 1881 (St.bl. No. 124).





BIJ DE PLAAT.


Beste kinderen,

De afbeelding op de volgende bladzijde is voor jullie zeker geen onbekende. Geen enkel kind van R. J., of ’t weet dat tegenwoordig ’t H. Hart bizonder vereerd wordt, heel de wereld door. En ook, dat Jezus de liefde van zijn H. Hart ons ’t meeste toont in zijn H. Sacrament. Daarin blijft Hij altijd bij ons. Daarin geeft Hij Zich aan ons, als we willen, iederen dag.

Dáárover behoeven we ’t dus niet te hebben. Nee, iets anders wou ik je vandaag vertellen!

Heb je in ’t nummer van de vorige week ’t verhaal geleven van Jeanne d’Arc? van de „Zalige Jeanne d’Arc” moeten we eigenlijk zeg­gen. Ook die lange plaat goed bekeken? En heb je nog onthouden, dat twee dappere ridders naast Haar reden? Die vormden ’n wacht, om Haar overal en altijd te begeleiden. De Koning zelf had aan de wondere Heldin zoo’n voorname wacht gegeven, om Haar te eeren. ’t Was haar eerewacht.

Kijk nu, zoo heeft de H. Kerk ook ’n eerewacht gegeven aan Jezus’ H. Hart. Niet van heel voorname ridders alleen! O nee! Ze heeft ’n vereeniging voor àlle menschen opgericht — ’n broederschap zooals we dat zeggen. ’n Broe­derschap van arme menschen zoowel als rijken, en van kinderen evengoed. Elk lid van die Eerewacht vereert iederen dag één uur lang, bizonder Jezus H. Hart. Hoe b.v. de kinderen dat kunnen doen? O, héél gemakkelijk. Ze bepa­len elken dag ’n vàst uur. En gedurende dat uur bidden of leeren of spelen of werken ze gewoon. Maar ze doen ’t dan allemaal ter eere van Jezus H. Hart. Daarom denken ze in dat uur ook enkele keeren aan den lieven Jezus. Alle men­schen doen ’t natuurlijk niet op denzelfden tijd. De een kiest dit, ’n ander dat uur. En zoo heeft ’t H. Hart héél den dag door ’n Eerewacht van trouwe vereerders om zich heen.

Waarom ik je dit nu in herinnering gebracht heb? Eigenlijk, omdat we dit jaar ’t gouden feest vieren van deze schoone Eerewacht; ze bestaat nu reeds ’n halve eeuw lang.

Maar ook heb ik ’t je verteld, teneinde jullie op te wekken, om deze Eerewacht, die over heel de wereld duizenden en duizenden leden telt, nog te gaan versterken.

En och, als je er alleen maar door aange­spoord zou worden, om Jezus H. Hart vooral in ’t Sacrament zijner liefde, nog trouwer te gaan vereeren, dan vind ik m’n vertellen al ruim beloond.

Ik wil sluiten met de bede: H. Hart van Jezus, zegen alle kinderen van R. J., hunne ouders, broertjes en zusjes.


R. R.