Naar inhoud springen

Pagina:Staatkundig Dagblad van het Departement der Zuiderzee 1811 no 010.pdf/7

Uit Wikisource
Deze pagina is proefgelezen

( 7 )

catholiques sur la philosophie, la physique et la théologie. Ses disciples auxquels il parvint souvent défiguré, et qui ne le comprirent pas toujours, s’attachèrent sur-tout à ses formes arides et rebutantes; ils divisèrent, morcelèrent, dissèquèrent toutes les questions, et portèrent par-tout la sécheresse et la subtilité.

Il serait trop long de parler ici d’Epicure, de Pyrrhon, de Diogène, et d’autres philosophes tous sortis de l’école de Socrate, qu’ils d[é]naturèrent; je m’arrêterai seulement à Zénon, le fondateur du stoicisme, qui paraît avoir assez bien saisi et connu les procédés de l’esprit humain. Il avança qu’il n’y a rien dans l’entendement qui n’ait été dans les sens; que les abstractions ne sont que des vues de l’esprit; que toute connaissance vient de l’observation d’un fait. C’est l’oubli de ces principes qui, pendant près de deux mille ans, plongea la philosophie dans un chaos dont elle n’a été tirée que de nos jours.

Chez les Romains, peuple sérieux et guerrier, la philosophie fut plusieurs siècles sans trouver de sectateurs. On bannit même plusieurs fois de Rome ceux qui la professaient. Caton fit renvoyer en Grèce l’ambassadeur Carnéades. Cependant elle surmonta les obtacles qu’on lui opposait, et parvint enfin à s’introduire dans la capitale du Monde. Lucréc}}e, développant le système d’Epicure, nia en beaux vers la Providence et l’immortalité de l’ame. Cicéron, sans adopter aucun systême particulier, se déclare pour l’existence de Dieu et l’immortalité de l’ame, et pour tous ces sentimens moraux que l’auteur de la nature a gravés lui-même dans nos cœurs; il seme la philosophie de fleurs et développe avec une élégante austérité les principes éternels de la morale.

Depuis Auguste qui favorisa les philosophes, ils furent maltraités jusqu’a Nerva et Trajan; mais alors on cultivait bien plus la morale et les doctrines qui tendaient à affermir l’ame contre les dangers; que la logique et l’art de raisonner. On avait besoin de se fortifier contre la tyrannie et l’infortune. Le stoïcisme fut en honneur, et l’école de Zénon produisit un grand nombre d’ames fortes qui donnèrent an monde le spectacle des vertus les plus héroïques. Sénéque développa avec une espèce d’enthousiasme les principes de cette secte, et Tacite s’attachant à la pratique, en qualité d’historien, peignit avec son éloquence mâle et précise et la cruauté qui se met au-dessus de toutes les lois, et le courage inébranlable qui sait la braver. On raisonnait trop mal pour faire aucun progrès dans les sciences; cependant Sénéque fit sur la physique un traité dont la partie historique n’est pas sand mérite.

de katholijke scholen, omtrent de wijsbegeerte, de natuurkunde en de godgeleerdheid heerschte. Zijne leerlingen, tot welke zijne leer dikwerf misvormd overkwam, en die dezelve niet aitijd begrepen, bleven bovenal aan zijne drooge en afkeerwekkende vormen gehecht; zij verdeelden, versnipperden, ontleedden alle de vraagstukken, en bragten allerwege de droogte en de spitsvinnigheid.
Het zou te wijdloopig zijn, hier van Epicurus, van Pyrrho, Diogenes en andere wijsgeeren, allen uit de school van Socrates gesproten, die zij ontaardden, te gewagen; ik zal mij alleenlijk ophouden bij Zeno, den stichter van het stoïcismus, die vrij wel de handelingen van den menschelijken geest schijnt gevat en gekend te hebben. Hij voerde aan, dat er niets in het verstand was, hetgeen niet ook te voren in de zinnen was; dat de afgetrokkenheden slechts gezigten van den geest zijn; dat alle kennis uit de beschouwing van eene daadzaak ontstaat. Het is het vergeten dezer beginselen, hetwelk, gedurende twee duizend jaren ongeveer, de wijsbegeerte, in een’ warpoel stortte, waaruit zij eerst in onze dagen getrokken is geworden.
Bij de Romeinen, een ernstig en krijgshaftig volk, vond de wijsbegeerte gedurende verscheiden eeuwen, geene aanhangers. Men verbande zelfs uit Rome verscheiden malen degenen, die dezelve beleden. Cato deed den afgezant Carneades naar Griekenland verbannen. Nogtans kwam de wijsbegeerte de hinderpalen, die men dezelve in den weg legde, te boven, en gelukte het haar eindelijk, zich in de hoofdstad der wereld in te voeren. Lucretius, het stelsel van Epicurus ontwikkelende, lochende in schoone verzen, de Voorzienigheid en de onsterfelijkheid der ziel. Cicero, zonder eenig bijzonder stelsel aan te nemen, verklaart zich voor het bestaan van God en voor de onsterfelijkheid der ziel, en voor alle die zedekundige gevoelens, welke de vormer der natuur zelf in onze harten heeft ingeschapen; hij bezaaide de wijsbegeerte met bloemen, en ontwikkelde, met eene sierlijke gestrengheid, de eeuwige beginselen der zedekunde.
Sints Augustus, die de wijsgeeren begunstigde, werden zij, tot Nerva en Trajanus toe, mishandeld; maar toen kweekte men de zedekunde benevens de leerstelsels, welke strekten, om de ziel tegen de gevaren te bevestigen, meer aan, dan de logica en de redeneerkunde. Men had noodig, zich tegen de dwingelandij en den onspoed te versterken. Het stoïcismus geraakte in aanzien, en de school van Zeno bragt een groot aantal sterke geesten voort, welke aan de wereld het schouwspel van de meest heldhaftige deugden verschaften. Seneca ontwikkelde met eene soort van geestdrift de beginselen dezer sekte, terwijl Tacitus zich, in hoedanigheid van geschiedschrijver, aan den praktijk hechtende, met zijne mannelijke en naauwkeurige welsprekendheid, zoo wel de wreedheid, welke zich boven alle de wetten verheft, als den onkrenkbaren moed, welke die weet te trotseren, maalde. Men redeneerde te slecht, om eenigen voortgang in de wetenschappen te maken; nogtans schreef Seneca eene verhandeling over de natuurkunde, waarvan het geschiedkundig gedeelte niet zonder verdienste is.