Naar inhoud springen

Pagina:Staatkundig Dagblad van het Departement der Zuiderzee 1811 no 010.pdf/8

Uit Wikisource
Deze pagina is proefgelezen

( 8 )

La philosophie fat favorisée et honorée sous Adrien, Marc-Aurèle, Septime-Sévère et Antonin. Tontes les doctrines cherchent à se mélanger, à se combiner. On s’efforce d’allier les théories de Platon avec le stoicisme. On modifie successivement les systêmes de Pythagore et de Platon. Porphyre au troisième siècle tâche de concilier ce dernier avec Aristote. Sextus Empiricus défend avec beaucoup d’art et de subtilité le septicisme, qui bientôt disparaît au milieu de l’enthousiasme dogmatique. L’école d’Alexandrie domine. La contemplation et l’illumination sont regardées comme l’origine, unique des connaissances. On peuple l’Univers de génies intermédiaires avec lesquels les initiés entrent en communication. Ils peuvent conjurer les efforts des mauvais et s’attirer la protection des bons. Excepté les deux Plines, Gallien qui comme Hippocrate son maître s’attache à l’observation, et Ptolémée qui donna sur le monde un systême, assez bien enchaîné et rectifié au seizième siècle par Ticho-Brahé et Copernic, tous les autres philosophes de cette époque, mais sur-tout Jamblique, Porphyre, Prodicus et Sopatre, donnèrent plus ou moins dans la magie et la daimonologie. Julien fut un de leurs plus zélés patisans; il abandonna le christianisme pour la théurgie.

La philosophie cultivée par tous les hommes instruits, enseignée dans toutes les écoles, n’avait pu manquer de s’introduire dans le christianisme. Platon parle avec éloquence de la divinité, de la pureté de l’ame, de la vertu; aussi tous les premiers peres de l’église, Justin, Tatien, Origène, Quadrat, Lactance, furent-ils platoniciens, Aristote au contraire semblait nier la Providence, l’immortalité de l’ame; il raisonne d’une manière sèche et aride; il trouva peu de partisans parmi les Chrétiens. Tertullien disait que la dialectique d’Aristote n’était propre qu’à jeter dans des disputes interminables.

(La suite ci-après.)

⁂ C’est avec un cœur navré de douleor que j’annonce par cette voïe, qu’il a plu à bien, de rappeler à loi, mon très-aimé mari JONATHAN VAN GELDER, aprês une malade de langueur qui a duré un assez long espace de tems. Cette perte est très-sensible tant pour moi que pour les trois enfans de premier lit du défunt, puisque nous perdons en lui un époux et père vertueux, humain et laborieux. Nous trouvons notre unique consolation en ce qu’il vivra toujours dans la mémoire de ceux qui l’ont conna de près.

Amsterdam,
le 2 décembre 1811.
H. M. DE VRIES,
Veuve Jonathan van Gelder.

THEATRE FRANÇAIS SUR L’ERWTENMARKT.
Aujourd’hui, le 10 décembre 1811.

LE TARTUFFE, comédie en 5 actes de Molière; suivi des RENDEZ-VOUS BOURGEOIS, opéra en un acte.




Onder Adrianus, Marcus Aurelius, Septimius-Severus, en Antonimus werd de wijsbegeerte begunstigd en vereerd. Alle wetenschappen zochten zich te vermengen en zich te vereenigen. Men trachtte de bespiegelingen van Plato met het stoïcismus te vereenigen. Men wijzigde opvolgelijk de stelsels van Pythagoras en van Plato. Prophyrus poogde, in de derde eeuw, dezen laatste met Aristoteles overeen te brengen. Sextus Empiricus verdedigde met veel kunst en spitsvinnigheid het scepticismus, hetwelk welhaast te midden van de dogmatieke geestdrift verdween. De alexandrijnsche school had den boventoon. Bespiegelingen en herssenbeelden werden als de eenigen oorsprong van alle kennis aangezien. Men bevolkte het heeläl met tusschen wezens, met dewelke de ingewijdde in gemeenschap traden. Zij konden de pogingen der booze geesten bezweeren en de bescherming der goede tot zich trekken. Behalve de beiden Pliniï, Galenus, die, even als zijn meester Hypocrates, zich der opmerking toewijdde, en Ptolemeus, die een vrij wel aaneen-geschakeld wereld-stelsel uitbragt, hetwelk in de zestiende eeuw, door Tycho-Brahé en Copernicus verbeterd werd, zoo hielden alle de andere wijsgeeren van dien tijd, vooral Jamblichius, Porphyrus, Prodicus en Sopater zich meer of min met de toover- en duivels-ban kunst op. Julianus was een hunner ijverigste aanhangers; hij verliet het christendom voor de leer der geestoproepingen.
De wijsbegeerte, door alle geleerde mannen aangekweekt, in alle scholen geleerd wordende, moest zich noodwendig in het Christendom indringen. Plato spreekt met welsprekendheid van de godheid, van de zuiverheid der ziel en van de deugd; even gelijk alle de eerste kerkvaders, waren Justinus, Tatianus, Origenes, Quadratus en Lactantius plalonisten, Aristoteles, daarentegen, scheen eene Voorzienigheid en de ontsterfelijkheid van de ziel, te ontkennen; hij redeneert op eene dorre en drooge wijze; hij vond overmits weinige aanhangers bij de Christenen. Tertulianus zeide, dat de dialectika van Aristoteles slechts bekwaam was, om de lieden in oneindige redetwisten te verwarren. (Het vervolg hierna.)

⁂ Met een door diepen smart van een gereten hart geve ik langs dezen weg aan vrienden en kennissen berigt, dat het heden den Albestuurder behaagd heeft, mijnen tedergeliefden man JONATHAN VAN GELDER, na eene kwijnende krankheid, gedurende eenen zeer geruimen tijd, naar zich te nemen; aanmerkelijk is dit verlies voor mij en mijne drie behuwd kinderen, daar wij in hem verliezen een deugdzaam, menschenlievend en ijverig werkzamen man en vader, en onze eenige troost dan ook daarin vinden, dat hij steeds leven zal in de nagedachtenis van hen, die hem van nabij gekend hebben.

Amsterdam, den
2den december 1811.
H. M. DE VRIES,
Wed. Jonathan van Gelder.

HOLLANDSCHE SCHOUWBURG.
Woensdag, den 11den december 1811.

Op verzoek, eene tweede representatie van BEVERLEY, of DE GEVOLGEN DER SPEELZUCHT, burger treurspel. De rol van Beverley zal door den heer A. Snoek vervuld worden; en na hetzelve, ARLEQUIN SCHOENMAKER, of DE TRIUMF DER TOOVERKUNST, groot ballet-pantomime.

Zaturdag, den 14den december 1811.

TANCREDO, treurspel, naar het fransch van Voltaire.

Binnen kort:

DE DRIE GETROUWDE MANNEN, blijspel