Naar inhoud springen

Pagina:Stedman, Reize naar Surinamen en Guiana Vol 3 (1800).pdf/317

Uit Wikisource
Deze pagina is proefgelezen

woordde de Jood? — Om eeten en drinken te koopen; ziet gy niet, dat men my laat leven?" De Jood op deeze woorden agter uit deinzende, lachte de ongelukkige misdadiger hem opentlyk en van goeder harten in het aangezicht uit. Vervolgens den soldaat aankykende, die by hem de wacht hield, en van tyd tot tyd in een stuk droog brood beet, vroeg hy hem: — "Waar het by toe kwam, dat een blanke geen ander ontbyt had?" — "Om dat ik niet ryk ben, antwoordde de soldaat." — "Wel nu, ik wil u een geschenk doen, hernam de Neger: neemt de hand, die men my heeft afgekapt; eet die tot op het been toe af; verslind vervolgens myn lichaam, tot dat gy verzadigd zyt; gy zult dan een ontbyt gedaan hebben, het welk u voegt." Hy deed deeze schimprede met een schaterenden lach gepaard gaan; en ging op die wyze voort, geduurende de drie uuren, dat ik aldaar verbleef[1].

  1. In de maand October 1789, wierden in drie dagen tyds, op Demerary, twee-en-dertig Negers ter dood gebragt; zy trotseerden den dood met eenen gelyken moed als hy, wiens geschiedenis alhier door my is opgegeven.
    Aanteek. van den Schryver.