Pagina:TDKGM 01.032 (3 1) Koleksi dari Perpustakaan Museum Tamansiswa Dewantara Kirti Griya.pdf/1

Uit Wikisource
Deze pagina is proefgelezen

1.

Delft, 21-9-'18.

Beste Suardhy.

Mijn oprechte waardering voor je werk en mijn hartelijke sympathie voor je gezin wordt natuurlijk en het allerminste niet geschaad door je schrijven hetwelk ik heden ontving. Andere meeningen te hebben, en een ander werkplan je voor te stellen is immers je volste recht. En al was de eenige reden die je daartoe aanvoerde slechts je persoonlijke gevoel, hetwelk je aanzet aldus en niet anders te arbeiden, dan is mij dit gevoel voldoende grond voor de waardering van de daaruit voortkomende daden.

Ik geloof overigens, dat wij elkander in deze zaak niet volkomen hadden begrepen. Mijn plan was het niet, het Indonesisch Persbureau geheel en al los te maken van de paar landgenooten, die je steunen en zulke mooie plannen met je hebben, noch ook mijn bedoeling het Bureau niet te doen dienen voor jouw persoonlijke belang en je spoedige terugkeer naar Indië. Maar van den anderen kant meende ik, dat jouw plannen ten deze niet geheel zich dekten met de voornemens van je welwillende landgenooten ten aanzien van je persoonlijke belang. En ik meen dit nog wel, niet in volkomen maten, maar toen meer dan ik aanvankelijk dacht. Immers, wat je mij betreffende de steun van je landgenooten in zake het Bureau hebt medegedeeld, kwam hierop neer, dat ze jou de afname van een aantal brochures garandeerden, overeenkomende met een bijdrage van f.25- bruto voor ieder verschijnend nummer. Dit op zich zelf achtte ik geen voldoende reden om je Bureau geheel en al aan die landgenooten te binden, terwijl het - afgezien van die f 25.- - ook om redenen van landgenootschap, solidariteit en ... kans op slagen allerminst wenschelijk was die menschen ter zijde te stellen. Hiervoor bestaat trouwens geen enkele grond, en mijn bedoeling is zulks nooit geweest, omdat het onpractisch, onhartelijk en dom