4.
dat het derhalve noodzakelijk is aan het gemeenschappelijk optreden van de leden van het onderwerpelijk Comité ter plaatse van zijne vestiging een einde te maken;
dat er mitsdien in het belang van de openbare rust en orde alleszins termen aanwezig zijn om den bij artikel 47 van het Regeerings-Reglement bedoelden maatregel toe te passen op de leden van het Inlandsch Comité tot Herdenking van Nederlands Honderdjarige vrijheid te Bandoeng",
- Tjipto Mangoenkoesoemo, Voorzitter.
- R.M. Soewardi Soerjaningrat, Secretaris-Penningmeester.
Nog gelezen de memories van verdediging van bovengenoemde Inlanders van 11 Augustus 1913;
Gelet op het besluit van 1 Mei 1888 No.24 en op de circulaires van den Eersten Gouvernements Secretaris van 16 Februari en 20 September 1889, 30 October 1897 en 4 Februari 1910 Nos.328, 2182, 2480 en 282 (de eerste, benevens het aangehaald besluit onder No.4453 en de tweede, derde en vierde respectievelijk onder de Nos.4745, 5209 en 7159, opgenomen in het Bijblad op het Staatsblad van Nederlandsch-Indië);
Mondeling gehoord de Directeur van Justitie;
De Raad van Nederlandsch-Indië gehoord;
Is goedgevonden en verstaan:
Eerstelijk:In overeenstemming met den Raad van Nederlandsch-Indië, krachtens artikel 47 van het Reglement op het beleid der