Afschrift.
IN NAAM DER KONINGIN.
------------
De Raad van Justitie te Semarang (2e Kamer).
Gelezen het verzoekschrift ddo. l Juni 1920 van Soewardi Surijaningrat, bij beschikking van dezen Raad ddo. 28 Mei 1920, in preventieve hechtenis gesteld gedetineerd in de Centrale Gevangenis voor Europeanen te Semarang.
Waarbij requestrant verzoekt in vrijheid te mogen worden gesteld. Gehoord het advies van den Officier van Justitie bij dezen Raad Mr.A.M.van Meerten, en van den Rechter-Commissaris van Strafzaken bij dezen Raad Mr.I.J.Dermout.
Overwegende, dat den Raad geen termen zijn voorgekomen om het verzoek in te willigen.
Gelet op artikel 71 van het Reglement op de Strafvordering.
Beschikkende:
Wijst bovenvermeld verzoek van de hand.
Aldus gedaan in Raadkamer van voornoemden Raad van Vrijdag elf Juni 1900 en twintig, door de Heeren Meesters: J.G.J. Oetgens van Waveren Pancras Clifford, Vice-Presldent, C.J.D. Herman en W.W. Brouwer, leden van dezen Raad en in bijzijn van sRaads buitengewoon substituut Griffier Mr. J. Alting von Geusau.—
In kennisse van mij:
| De Griffier, | (w.g.) J.O.v.W.P. Clifford. |
| (w.g) W.Av. Geusau. | (w.g.) C.J.D. Herman. |
| (w.g.) Brouwer. |
Voor authentiek afschrift:
De Griffier
van den Raad van Justitie te Semarang,
